VII. Winter-Roosen of Maluwe. Malva.
HEt kleyne groene en met witte streepjes vercierde Rupsjen, heeft deese Bloemen tot syne spys genoten, tot op den eersten July, wanneer het tot een Popjen wierd. Het was seer gaauw in 't loopen; Den 21 dito quamen 'er sulke geele Kappelletjes uyt. De groote Rups, heeft meede de gemelde Bloemen gegeeten; hy lag heel veel stil; maar wanneer hem maar 't kleynste Diertjen aanraakte, sloeg hy om zich, als of hy toornig was. Den 3 Juny heeft hy
de blaaden t'saamen getrokken, en zich daarin tot rust begeeven; den 18 Juny wierd hy tot een Popjen, en den 16 Augustus quam 'er een sulk witachtig onrustig Uiltjen uyt.