XII. Vlierblom. Sambucus cum flore albo.
TEr linkerzyde onder op een groen blad vertoont zig een ligt geele Rups, hebbende twee zwarte streepen dwars over 't lyf, achterwaarts nog dry zwarte streepen langs 't lyf, een zwart gebit, voor zes klaauwtjes, en in 't midden acht voeten: haar voedzel is de groene bladeren dezes Booms, haare volkomene groote bereikt hebbende maken ze een wit gespin en veranderen in een ligt bruine Pop, welke aangeraakt zynde zig sterk beweegen: eindelyk komt daar een wit bruin gestreept Uiltje uit, gelyk boven vliegende is verbeeld.
Onder ter rechter zyde zit mede op een blad een bruin Rupsje, heeft aan elk lit witte voetjes, deze eeten beide het blad en de blom dezes Booms, men vind ze ook wel op de Queeboomen, in de May maken ze een glanzend wit ge-