VII. Wilde enkelde Rozen. Rosa sylvestra major.
AAn deze Rozen vind men zulke kleine ligt groene Rupsen, hebbende voor zes klaauwtjes, en achter vier voetjes, in 't laatst van Juni veranderen ze in bruine Popjes, waar uit na veertien dagen zulke ligt bruine Motuiltjes te voorschyn komen, gelyk boven verbeeld is.
Beneden deze op een groen blad kruipt een kleine groen gespikkelde Rups, hebbende een zwarten kop, ze veranderen in 't midden van de maand May in ligt bruine Popjes, in 't begin van Juni komt daar een Motuiltje uit, zynde de twee bovenste vlerken en de zes pootjes geel en bruin gestreept, de oogjes zwart, en de onderste vlerken graauw.