Een groot geluk, dit leven. Soms lijkt het Saskia té groot - zou zoiets immer kunnen duren? Het leven is kort, de dood loert overal, ze moet er niet aan denken haar Rembrandt eens te verliezen. Zeker: hij is gezond en sterk, dat weet ze. Toch is ze bang dat hij teveel vergt van zichzelf, hij werkt de ganse dag gelijk een slootgraver. De doeken en panelen worden bij stapels het huis uitgedragen, is dit niet te zwaar voor éen mens?
Een lentemorgen in 't begin van April. Saskia ontwaakt met een glimlach om de mond - hoe laat zou het zijn? Het was niet vroeg, eer zij zich teruste legde, ze heeft de klok van de Regulierstoren nog twee uur horen slaan. Behagelijk koestert zij zich in de warmte van het donzen bed, draait dan het hoofd naar Rembrandt. -
‘Goemorgen Saskia.’
‘Goemorgen Rembrandt. Ben je reeds wakker?’
‘Zo ge ziet, m'n kijnd.’ Hij gaat rechtop zitten, zegt lachend:
‘Ik lig zeker reeds een half uur naar je te kijken, Saskia.’
Saskia geeft zijn lach terug. - ‘Ken je mij dan nóg niet voldoende, Rembrandt?’ vraagt ze schalks.
‘Ik geloof dat ik op jou nimmer uitgekeken raak, Saskia,’ antwoordt Rembrandt ernstig.
‘Zou dat kunnen? Zou 'n man door een vrouw steeds geboeid kunnen worden...’
‘Door een vrouw zoals gij, wel, Saskia’.
Saskia legt haar arm om zijn hals, strijkt haar wang langs zijn raspige kin. - ‘Maar als ik nu eens oud zal zijn, Rembrandt, oud en lelijk... Zult ge dan nog evenveel van mij houden?’
‘Als jij oud wordt, word ik het ook, Saskia. En een oud mens is toch niet lelijk? Doch laten wij geen schimmen oproepen, jij bent jong en ik ben jong, niets ter wereld staat ons geluk in de weg.’ Liefkozend strijkt hij zijn vrouw over het haar, dat gelijk de ochtendzon ros en blond over het kussen stroomt. Liefkozend buigt hij zich naar haar toe, maar Saskia weert hem zachtjes af. - ‘Denk om Rombertus, Rembrandt,’ vermaant ze, met een snelle blik op de wieg.
Met een sprong is Rembrandt de bedkoets uit, loopt naar het venster en schuift met een breed gebaar de gordijnen open. Een weelde aan licht plenst de kamer binnen. Het is alsof er door Gods