Chrysanten(ca. 1938)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 78] [p. 78] Sprank der hoogste schoonheid Wij allen, in der liefde bloeitijd, wij werpen klaarten af, daar God een sprank der hoogste schoonheid aan al wie minden, gaf. De meesten zijn hem dra verloren doch treuren er niet om; alleen bijwijlen vlot wat heimwee om 't geen zoo heerlijk glom. Zij weven zich een aardscher weelde vol zorg en zingenot, de vleugels van hun teerste voelen vervaald en afgeknot. Maar enklen zullen hem bewaren hun heele leven lang, en wat er ook gebeur', hem wijden hun rijksten zielezang. Hij straalt in 't woud van hun gedachten als in een heiligdom; de wereld heet ze vreemde dwazen. Zij geven er niet om. [pagina 79] [p. 79] Geen weet, hoe uit hun diepste wezen de hoogste vreugde en leed gestrengeld naar den hemel rijzen en 't leven hun verbreedt. En wen ze doodgaan, zal niet sterven de sprank, die God hun gaf, maar blijft, tot blijdschap van de vromen, nog lichten uit hun graf. Vorige Volgende