Chrysanten(ca. 1938)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] Gebroken tak Gebroken werd de tak en opgebonden. Een doode stok vertraagt het scheidingsuur. Het touw geduldig om hen bei gewonden, verbergt de breuk, die branden moet als vuur. Zal hij nu doodgaan? Uit zijn vroeger dagen, bewaart hij loover, dat nog blinkt en ruischt; maar kijk niet toe. Hij moet den steun verdragen van 't dorre hout, dat al zijn twijgen kruist. Het najaar zal den tak zijn tooi ontrooven; het touw zal rotten in den regendrop. Dan steunloos bengelt hij, doorweekt, doorkloven, en tuimelt in de modder bij den eersten schop. Vorige Volgende