Chrysanten(ca. 1938)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] In de oneindigheid van het licht O zon! O licht! o symfonie der kleuren! De dag sloot met de zee een lichtverbond, nu, als in droom, de zon, met zilvren mond, de sluiers van den nevel kwam verscheuren. O goddelijke weelde die gij zondt, mijn God, en die tot U mijn ziel komt beuren! Geen moeheid meer, geen mat gedroom, geen treuren. Tot licht vervloeit de vree van elken stond. Zoo in de oneindigheid van 't licht verloren, met schoon verwondren steeds opnieuw geboren, moet leven hij, die stervend, de aard ontsteeg. Een lichtend waas bedekt de menschendaden, en daar vervreemd, de stem der smarte zweeg, schijnen ze onwerklijk in hun verre waden. Vorige Volgende