De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende Huis in de sneeuw. De sneeuw is als een droom; de sneeuw is overal heel langzaam neergevlokt in sluimerenden val. Haar blanke stilte dekt de velden en de wegen; een bleeke starrenbloei pinkt zacht die blankheid tegen. Hoe vreedzaam met haar kap van zuiver hermelijn, staat hier dees woon alleen, waaruit een gouden schijn, gelijk een welkomgroet, door 't venster zacht komt stralen, en vriendlijk roept: ‘Kom hier! Blijf niet in 't duister dwalen!’ [pagina 120] [p. 120] O vreugd, te weten dat het vaderhuis u wacht, met feestelijken gloed aan 't venster in den nacht. Dan ziet ge door het raam de sneeuw tot in de verte, en denkt: De sneeuw is vrede en vrede is in mijn herte! Vorige Volgende