De bloeiende tuin(1930?)–Jef Mennekens– Auteursrecht onbekendGedichten voor klein en groot Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Van een stijven borstel. Borstel, wel, wat zijt ge stijf, als ik over u eens wrijf! Net als stekels kunt ge prikken, toch zult gij me niet verschrikken! Borstel, borstel, 'k weet zoo goed, wat ge met die stekels doet: Schuren gaat gij, en ons huizeken wordt zoo schoon en net daarvan, dat er dan geen enkel muizeken nog één stofken vinden kan. Schuren, schuren, blij en frisch, daar het morgen Zondag is! Vorige Volgende