een oudemannetjeslucht bij zich droeg, heeft het nooit tot een oud mannetje gebracht want is voordien gestorven.
O. telt de rest van haar levensjaren uit in het aantal kappersbezoeken en aan de panties die ze nog nodig zal hebben, ze haalt er ook wel b.h.'s en belastingbiljetten bij. Ze zal heel oud worden, dat staat in de lijnen van haar hand en daar gelooft zij aan. Soms verlangt ze opeens naar de zonderlinge rust die na de liefde over haar kwam, een keer slechts heeft ze gevoeld een stofdoek te moeten nemen om bij het zien van het waaien van vuiltjes, verzameld op boekenkasten, poederdozen, schoorstenen en portretlijsten, dezelfde sensatie te kunnen ondergaan.
O. terug naar de speeltuin, naar schuifelvoetje, buitelbrug, valpilarus, hansworst, duvelplank. Naar strop, kip, lijntrekker, bangheid, onomatopee, uitglijertje en herebuik.