dan die Judith er destijds om vergoten heeft. Van de oudste was het medelijden met de vader, van de jongste is het onbegrip, een niet afstand willen doen van wat zo gewoon was: een vader en een moeder thuis, een vader die soms niets zei en soms te veel, en een moeder die van alles deed om het je prettig te maken. Maar ze hoorden bij elkaar en er was de tuin en het huis met de kamer van haar en haar zusje, met a en z die nu niet meer bewogen, maar die je hielpen om woorden te bedenken van a tot z. Geen gewone woorden zoals aap en beest, maar bijvoorbeeld appositie en breidel, en het leukste van alles was nog wanneer je die dan later in vaders dictionaire opzocht, ze meestal nog wat betekenden ook. En al je vriendinnetjes die zo jaloers waren dat zij op reis was gegaan? Nu zou ze misschien niet eens terugkomen. En de modeplaatkinderen, waar bestond er een doos om die in te verhuizen, en de sjoelbak was toch hun woning, bleef die dan bij vader? En Richard met zijn zwakke gezondheid, hij was zo aan de tuin gewend. Als ze 's morgens naar school ging en de zon scheen, dan zette ze hem onder de appelboom, helemaal alleen, dat was dan zijn rustoord, en als hij goed geslapen had gaf ze hem 's middags iets in zijn hand om te eten, dan was dat 's avonds altijd verdwenen, dus op. En je gelooft het misschien niet, maar hij werd toch zo heerlijk bruin van die zon, geelbruin, zelfs zijn jasje, dat ze daarom rood verven moest. ‘Zeg dat het niet waar is, moeder,’ snikte ze, en de bedienster komt op haar af en vraagt: ‘Wat is er, smaakt het niet goed?’ Zelfs een ijsje, frambozen met een witte punttoren, kan haar niet troosten en dan zeg ik: ‘Luister Rebecca, ik kan je dat nu niet allemaal uitleggen, je denkt dat ik vader en het huis van je wegneem, maar dat is niet zo, je mag hem net zo vaak zien als je wilt en de kamer blijft van jou en Judith. En er is bij dit alles ook nog een grote
verrassing. Het modeplaatkind Richard heeft zijn vader, de grote Richard, teruggevonden. Hij is net zo geelbruin als zijn zoontje en heeft ook een rood jasje, precies hetzelfde donkerrood als dat van de kleine. Zal ik jou die man eens laten