Hoe kon een man zo'n plukje haar dat hij met zo veel ijver gefokt had eenvoudigweg vergeten?
Ik had niet zo heel veel te vertellen. Ik zei hem dat ik op het conservatorium was en hoopte eens zangeres te worden. ‘Een stem,’ antwoordde hij, ‘is het hoogste goed dat God de vrouw heeft kunnen geven.’ Ik wist hier niets op te zeggen. Niemand had mij ooit op God attent gemaakt en ik dacht dat een stem uit jezelf kwam. Dat denk ik nog, al blijft Simon van het tegendeel overtuigd. Hij schonk telkens mijn glas opnieuw vol en na ieder glaasje zag ik hem anders. Eerst vond ik hem verschrikkelijk oud en verschrikkelijk saai, en terwijl hij vertelde dat hij leraar Frans was op een hbs in een Drents dorp, ging ik van schrik rechtop zitten en zei: ‘Ik heb hele stukken Molière uit mijn hoofd gekend.’ Daarna vond ik zijn ogen zo glanzend, toen weer dat hij zulk een mooi Nederlands sprak (hij reciteerde voor mij alleen een vers van Kloos). Na het vierde glas keek hij mij lang en doordringend aan, streek met zijn wat dikke hand over mijn haar en zei: ‘Blond en steil, en toch ben je joods...’ Ik antwoordde niet. Na het vijfde zei hij: ‘Ik zou wel mei je willen dansen, maar ik kan het niet.’ ‘Dan zal ik het je leren,’ antwoordde ik, en te midden van de luidruchtige bruiloftsgasten sleepte ik hem in de rondte, want het was walsmuziek, en hij sloeg zijn arm steeds vaster om mij heen. Dat was niet onplezierig, dacht ik, en opeens, onder het dansen, trok ik hem zijn bril af en riep: ‘Ha, die ogen, die pientere frikken-ogen!’ Wat wil je, ik was toch pas eenentwintig en zo levenslustig en hij probeerde die bril terug te krijgen, en plotseling stond hij stil en zijn ogen hadden zo'n ongelukkige uitdrukking toen hij zei: ‘Elisa, mijn bril, alsjeblieft mijn bril, ik zie ongeveer niets als ik die niet op heb.’
Daalde dat grote medelijden neer uit de kristallen kroon aan het plafond, waarvan de lichten plotseling uitgingen? Want het kwam over me, zo sterk, zo hevig dat ik zijn hoofd tussen mijn handen nam en die donkere ogen zoende, zoende.
Maar Simon heeft dit anders opgevat dan ik het bedoelde, en