Vier lichte letterheren
(1999)–Anna-Marie Lücken, Aad Meinderts, Dick Welsink– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 47]
| |
1922Op zijn negende verjaardag krijgt hij een viool; zijn eerste leraar is de plaatselijke kapper, maar ondanks diens slechte lessen zal hij zijn hele leven dit instrument blijven bespelen. | |
1925Het gezin verhuist naar een andere woning, Kerkewijk, nr. 131. Begin september gaat hij naar de Rijks-hbs in Amersfoort, gevestigd aan het Thorbeckeplein, nr. 1; directeur is G. van Rij; zijn klasgenoot van de lagere school Adriaan Willem Wesselius wordt bij hem in klas 1c geplaatst. Kees Stip als peuter met vader en moeder in de studio gefotografeerd. Collectie Kees Stip
De eerste klas van de Openbare School aan de ‘Lage kant’ (nu: Schoolstraat) te Veenendaal op 7 mei 1919. Op de achterste rij, in het midden, met witte kraag, Kees Stip. Links naast hem Wim Roessingh. Geheel links juffrouw Rademaker, geheel rechts het hoofd der school, meester De Wind. Collectie Kees Stip
| |
[pagina 48]
| |
Op het strand van Scheveningen, bij een schoolreisje, waarschijnlijk in 1919. De jongen in het midden van de boot is Ko Tak. Collectie Kees Stip
Tijdens een vakantie in Scheveningen, ca. 1921, gefotografeerd door een studiofotograaf. Collectie Kees Stip
Met zijn medecursisten van de School voor Reserve-officieren te Kampen, lichting 1933-1934. Kees Stip op de achterste rij, vierde van rechts. De foto werd gemaakt door zijn dienstkameraad Menno van der Graaf. Collectie Kees Stip
Kees Stip op negenjarige leeftijd, tijdens een logeerpartijtje bij zijn oom en tante in Putten gefotografeerd door zijn oom, Frank Wallet. Collectie Kees Stip
Als dienstplichtig soldaat in opleiding, waarschijnlijk in 1934. Collectie Kees Stip
| |
[pagina 49]
| |
Op de tennisbaan, halverwege de jaren dertig. Kees Stip in het midden met pijp. Collectie Kees Stip
‘Nox Traiectina’, de eerste publicatie van Kees Stip, in het U.S.R. Boek, het jaarboek van de studentenvereniging Unitas, onder het pseudoniem Tips, februari 1937. Collectie Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
Zeilend met de lark Contramientje op het Schildmeer in 1943. Collectie Kees Stip
| |
[pagina 50]
| |
Brief aan de Haarlemse wijnkopersfirma Wed. G. Oud Pz. & Co N.V., 1 september 1944. Collectie Letterkundig Museum
Kees Stip op zijn etage boven de boekhandel van Boucher, ca. 1953. Foto: Hans Roest. Collectie Letterkundig Museum
| |
[pagina 51]
| |
1928Op gezag van de directeur kiest hij voor de literair-economische richting (hbs-a). | |
1929Hij blijft, mede ten gevolge van de zeer koude januari en februari die hem naar het ijs lokken, zitten in de vierde klas. | |
1931In juli doet hij eindexamen, voor staatsinrichting en Nederlands heeft hij een 8, voor de overige vakken een 7; om een studie klassieke taal- en letterkunde te mogen beginnen doet hij vervolgens staatsexamen Grieks, Latijn en analytische meetkunde. | |
1933Van oktober tot eind augustus 1934 is hij als dienstplichtig militair in opleiding op de School voor Reserve-officieren te Kampen. | |
1935Tijdens zijn in 1935 begonnen studie klassieke talen in Utrecht begint hij met schrijven; zijn eerste pennenvruchten verschijnen in Vivos Voco, het weekblad van de studentenvereniging Unitas waarvan hij in oktober als lid wordt geïnstalleerd. Ook Leo Vroman (sinds 1932), Max de Jong (sinds 1936) en Tineke Sanders (sinds 1938) zijn lid. | |
1937In februari verschijnt zijn eerste gedicht, ‘Nox Traiectina’, in het U.S.R. Boek, het jaarboek van de vereniging, onder het pseudoniem Tips. Op 26 november wordt hij gekozen tot vice-ab-actis van de Litteraire Faculteit van Unitas. | |
1938Op dinsdag 25 oktober houdt hij ‘voor een ongewoon groot aantal leden’ (aldus het verslag in Vivos Voco) van de Litteraire Faculteit van Unitas een lezing over ‘De toekomst van de film’. | |
1939Op 9 november wordt hij, als dienstplichtig militair, gelegerd in Veenendaal, ingeschreven in het Haagse Bevolkingsregister op het adres 's-Gravenhaagse Bosch, nr. 7. | |
1940Als dienstplichtig reserve-officier neemt hij in mei deel aan de krijgshandelingen. Op 13 september wordt hij zonder ooit werkelijk in Den Haag gewoond te hebben uit het Haagse Bevolkingsregister uitgeschreven naar Veenendaal. | |
1941Hij doet kandidaatsexamen klassieke talen en verdiept zich gedurende een korte periode in de bestudering van het Sanskriet. | |
1943In de vijfde aflevering van de vijftiende jaargang van Hermeneus, ‘Maandblad voor de antieke cultuur’, gedateerd 15 Januari 1943, wordt van hem een gedicht in het Latijn, ‘De tessera Nicotiana supervacua’, opgenomen. In juni moeten de reserve-officieren zich melden om als krijgsgevangene naar Duitsland te worden weggevoerd; hij duikt onder, eerst in Kootwijkerbroek, later in Steendam aan het Schildmeer (Groningen). Daar schrijft hij, ‘op een donkere middag in 1943’, Dieuwertje Diekema, een parodie op Maria Lecina van J.W.F. Werumeus Buning. | |
1944In juni ontvangt hij een uitnodiging om deel te nemen aan een door de Haarlemse wijnkopersfirma Wed. G. Oud Pz. & Co N.V. uitgeschreven dichtwedstrijd. Met zijn inzending ‘Heer Bacchus’ behaalt hij 86 punten, evenveel als winnaar Leonhard Huizinga. Als beloning ontvangt hij twaalf flessen wijn. | |
[pagina 52]
| |
Aan een diner, wellicht ter gelegenheid van de Boekenweek, in de tweede helft van de jaren vijftig. Kees Stip, het hoofd slechts gedeeltelijk zichtbaar, tweede van links. Links van hem, met sigaret in de mond, Piet Buis, cameraman van Polygoon, rechts van hem Fons Peeters, geluidstechnicus van Profilti. Naast Peeters A. Roland Holst, daarnaast, aan dezelfde tafel, met sigaret in de hand, Mathieu Vermeer, belichter-chauffeur van Polygoon, Clara Eggink en J.C. Bloem. Aan de andere tafel van links naar rechts mevr. H.Tj. Donkersloot-Tadema, N.A. Donkersloot, Victor E. van Vriesland, Ed. Hoornik, Jan H. de Groot, Anna Blaman, R. Blijstra, Maurits Dekker, Adriaan van der Veen en drie niet geïdentificeerde personen. Collectie Letterkundig Museum
| |
[pagina 53]
| |
Eerste blad van de tekst voor een radiocolumn voor het vara-programma ‘Specialiteitentheater’, uitgesproken door Luc Lutz. De tekst was bedoeld voor de uitzending op zaterdag 23 december 1961. In het typoscript is in het handschrift van de auteur een wijziging aangebracht. Collectie Letterkundig Museum
| |
[pagina 54]
| |
1946Zonder zich in te schrijven in het Bevolkingsregister gaat hij op kamers wonen bij de familie Van Banning in de Anna Paulownastraat, nr. 74b, in Den Haag. Hij maakt in Amsterdam kennis met Marie Amélie Hubertine Hélène Weijnen (geb. 1914), door hem Katja genoemd; zij is gehuwd met Johannes Hendrikus Petrus (roepnaam: Jean) Foppen. | |
1948Wegens gezinsuitbreiding bij de familie Van Banning verhuist hij naar een etage boven boekhandel L.J.C. Boucher, Noordeinde, nr. 39. | |
1949In het nummer van 26 februari van Elseviers Weekblad worden drie in de oorlog geschreven stijlparodieën op het werk van Jan Prins, Herman Gorter en Martinus Nijhoff gepubliceerd, geïllustreerd, door Eppo Doeve en ingeleid door Werumeus Buning. | |
1951Van begin van dit jaar tot 1979 werkt hij bij de redactiecommissie van het Polygoonjournaal. | |
1952In opdracht van de Rijksvoorlichtingsdienst maakt hij de propagandafilm Wij leven vrij (scenario en regie). Op dinsdag 7 oktober verschijnt in de Volkskrant in de rubriek ‘Draaiboek’ de eerste ‘Trijntje Fop’. | |
1954Op 30 mei verschijnt het mandement De katholiek in het openbare leven van deze tijd waarin elke scheiding tussen godsdienst en leven door de bisschoppen wordt verworpen. De ‘Trijntje Fop’ die hij aan deze kwestie wijdt, wordt niet in de Volkskrant gepubliceerd. | |
1955?Tot 1967 levert hij met regelmaat losse grappen aan Wim Kan, voor zijn conferences. | |
1959?Hij neemt zijn intrek op kamers bij de familie Knoester in de Banstraat. | |
1961Op 21 september trouwt hij in Holborn, Londen, met Katja die enkele maanden daarvoor is gescheiden; Doron (roepnaam: Dodo) en Helen (roepnaam: Pup), de twee jongste dochters uit haar eerste huwelijk, vergezellen hen op de huwelijksreis. In oktober verhuist hij met zijn gezin naar een bungalowtje met een klein privé-zwembad aan de Vossenlaan, nr. 10 [thans nr. 22], in Bosch en Duin, gemeente Zeist. | |
1962Op 20 februari overlijdt zijn vader in Veenendaal op de leeftijd van 78 jaar. | |
1964Op dinsdag 22 december verschijnt de laatste ‘Trijntje Fop’ in de Volkskrant. | |
1965In Elseviers Weekblad van zaterdag 2 januari verschijnt, bij een tekening van J.F. (‘Eppo’) Doeve, de eerste van een nieuwe reeks ‘Trijntje Fops’:
Op een dog
Een droeve dog te Nieuwendiep
die dikwijls op de deurmat sliep,
werd plotseling een dubbel droeve
toen het alreeds door Eppo Doeve
bijzonder goed getroffen dier
het ook nog werd door Elsevier.
| |
[pagina 55]
| |
1966Vanaf dinsdag 26 februari publiceert hij, eerst vijfnaar vanaf 21 maart zesmaal per week, onder het pseudoniem Chronos een kwatrijn over een actueel onderwerp in De Tijd. | |
1968In augustus verhuist hij naar Dortherdijk, nr. 15a, in Joppe, gemeente Gorssel. | |
1972In september wordt het huisnummer ambtshalve gewijzigd in nr. 17. | |
1973Hij koopt een huisje in Alfaz del Pi, zeven kilometer vanaf Benidorm. Tot 1989 verblijft hij daar ieder jaar gedurende de maanden april-mei en september-oktober. | |
1974In juni verhuist hij naar Het Nieuwe Schelver, nr. 10, Diepenheim, in een prefab huisje. | |
1978Begin maart verhuist hij van Diepenheim naar een kleine, verbouwde boerderij aan de Veenweg in de buurtschap Laudermarke in Sellingen, gemeente Vlagtwedde. Met zijn vrouw Katja en hond Mollepop op de Veenweg in Sellingen, 15 april 1987. Foto: George Visscher / Nieuwsblad van het Noorden
| |
[pagina 56]
| |
1979Op 16 oktober overlijdt zijn moeder te Veenendaal op de leeftijd van 93 jaar. | |
1984Hij krijgt De Nieuwe Clercke-Pico Bello-prijs ‘wegens prestaties’. | |
1985Een jury, bestaande uit Marko Fondse, Vic van de Reijt, Nico Slothouwer en Peter Verstegen, bekroont hem op 8 augustus met De Tweede Ronde-prijs. Als hommage wordt de naam van de prijs direct na de toekenning gewijzigd in Kees Stip-prijs. | |
1986BulkBoek-tournee van plezierdichters: Winschoten (27 september; Stip wegens verblijf in het buitenland niet aanwezig), Ede (11 oktober), Den Bosch (17 oktober), Heiloo (8 november), Enschede (12 november), Leeuwarden (22 november) en Tilburg (28 november). | |
1988Vanaf 3 februari van dit jaar tot 23 december 1991 schrijft hij wekelijks, onder de titel ‘Versvoetstoots’, een aantal kwatrijnen bij de actualiteit in NRC Handelsblad. Hij ontvangt een Zilveren Griffel voor Mijn beesten staan er gekleurd op. | |
1989Van 8 april tot 6 mei publiceert hij in de kinderrubriek ‘De blauw geruite kiel’ in Vrij Nederland vijf losse episoden uit het door hem geschreven en getekende stripverhaal ‘Piet met de Priemoogjes’. | |
1990Op 2 oktober wordt hij in Siddeburen in zaal Tivoli in het zonnetje gezet door collega-dichters Jan Boerstoel, Driek van Wissen, Drs. P, Ivo de Wijs en Jean Pierre Rawie. | |
1992Op 18 september overlijdt zijn vrouw Katja. | |
1994Op zaterdag 12 maart treedt hij op tijdens de veertiende Nacht van de Poëzie in muziekcentrum Vredenburg te Utrecht. | |
1995Op 28 april worden hem ten huize van Aleid Braam in Sellingen in het bijzijn van een groot aantal heimelijk opgetrommelde vrienden en bekenden en dochter Dodo door burgemeester H.A. Euverink van Vlagtwedde de versierselen opgespeld behorende bij de koninklijke onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. | |
1996Met ingang van het lentenummer publiceert hij limericks over de milieuproblematiek in het tijdschrift De Kleine Aarde. |
|