Baan. Een paar boosdoeners opgehaald? 't Lijken me anders niet bepaald ‘zware’ jongens te zijn.
- Goedemiddag, mijnheer Zandstra. Zware jongens, zei U?.... Neeee - dat zijn ze nou niet bepaald. Maar het zijn een paar jeugdige dieven. Die moeten nu maar eens even mee naar het bureau. Dan kunnen ze daar eens rustig een nachtje over hun misdaden nadenken.
Joost en Piet keken verschrikt op. Dieven?.... Een nacht op het bureau?.... Maar dat was verschrikkelijk.
- We zijn geen dieven, heus niet mijnheer, protesteerde Joost... We hebben alleen maar.... We wilden alleen maar....
- Ja, zei de agent, dat zeggen al die jongens.... We dachten alleen maar en we wilden alleen maar.... Maar eieren nemen als de broedtijd is aangebroken en als de wet het verbiedt en dat nog wel ongevraagd op het land van een ander - nou, het is me nog al wat. Wat zegt U ervan, mijnheer Zandstra?
Mijnheer Zandstra keek even rond alsof hij iets zocht. Hij luisterde niet eens naar de agent. Hij floot scherp op zijn vingers en wachtte toen. Hij floot nog eens....
Uit de struiken kwam een prachtige hond aangerend, een jachthond met een paar van die lange hangoren.
- Ik was hem even kwijt, zei mijnheer Zandstra. Hier, Hector. En nu bij de baas blijven.
Hij keek nu weer naar de jongens en van de jongens naar de agent. Hij krabde zich eens achter de oren. En toen zei hij:
- Hoor eens, agent, U weet, dat ik zo'n heel klein beetje van de politie ben. Van de natuurpolitie.... Als U mij die twee knaapjes nu eens meegaf naar mijn huis en als ik ze daar dan eens ongeveer hetzelfde ging vertellen, wat U ze op het bureau wilt vertellen.... Wat zou U daar van denken?