Zou het erg zijn met Joost? Hij zou toch niet.... Nee, daar wilde Piet niet aan denken. Er gebeurden zo vaak ongelukken in de stad, elke dag wel een paar. En er viel ook wel vaker een jongen van een dakje of van een schutting.... Daar las je dan van in de krant onder: politieberichten. En dan werden ze meestal naar het ziekenhuis gebracht en dan maakten ze een foto. Ja, waar ze een foto van maakten, dat wist hij niet precies. Van voren of van achteren. Maar ze deden het altijd. Net als van boeven, daar maakten ze ook altijd foto's van... Gek toch eigenlijk, dat je altijd op een foto moest, als je een ongeluk gehad had.
In het ziekenhuis maakten ze je dan weer beter. Daar waren ze knap, daar konden ze bijna alles....
Bijna. Ja, maar niet helemaal.... Er stierven ook mensen in het ziekenhuis. De dood hadden ze nog nooit kunnen overwinnen. Zou Joost?....
Nee, onzin....
Als die ziekenauto nu maar gauw kwam.
Wacht eens.... Hij hoorde wat, heel in de verte. Ja, dat was de claxon van de ziekenauto. 't Was net een klein deuntje, al maar weer datzelfde kleine deuntje, dat al dichterbij kwam. En luister.... Daar had je ook al de donkere sirene van de politiewagen, die kwam er altijd achteraan.
Een brede baan licht streek plots over de velden, zwenkte om de bocht, verdween weer, dook opeens boven de spoorbaan uit en straalde als een dubbele lichtkegel over de sneeuw van het hellingweggetje.
Piet Spaan schoot overeind. Hij was in een paar sprongen bij de wagen.
- Ze komen er aan! schreeuwde hij. En de politiewagen is er ook bij!