wordt het huis net zoals op die plaat van de meester. En boven op het dak zetten we de ton, dat wordt dan de schoorsteen.
Rieks en Piet keken elkaar aan. Die Joost had een prachtig plan bedacht, dat moesten ze toegeven. Maar zou dat allemaal wel kunnen?
Rieks was de eerste, die er aan geloofde.
- Ja! schreeuwde hij, prachtig!.... En dan ben ik Heemskerk en jij bent Barendsz!.... Of andersom!.... Dat kan allemaal niets schelen!.... En dan komen er ijsberen en die gaan we schieten!
Piet Spaan klakte met de lippen.
- Tjoe, zei hij.... Laat mij dan maar ijsbeer worden. Dat lijkt me prachtig. Want er kan toch ook maar één Heemskerk en één Barendsz zijn. En Lientje en Antje, dat zijn de scheepsmensen.
- Het scheepsvolk, verbeterde Joost.
- Zeker, smaalde Antje,.... Dat dacht je maar.... Denk je, dat wij ons daarvoor laten gebruiken?
Maar Lientje vond het nog niet zo gek. Ze had eerst nog mevrouw Heemskerk willen zijn, maar toen waren de jongens zo onbedaarlijk begonnen te lachen, dat ze maar gauw bakzeil had gehaald. Ze had zeker weer iets heel doms gezegd.
Rieks Hovinga vond, dat ze nu toch eerst de sneeuwhut moesten afbouwen. Dan konden ze later immers ook nog wel eens kijken, wie Heemskerk, ijsbeer of scheepsvolk zou zijn. 't Zou hem een zorg zijn, wat ze hem maakten.
- Vooruit, jongens, aanpakken!
Met man en macht trokken ze weer aan de arbeid. Oude planken werden onder de sneeuw weggesjord en op de muren gelegd. Grote sneeuwballen werden over de werf gerold en zo zwaar