Na de speeluren(1855)–L. Meijer– Auteursrechtvrijrijmpjes bij prentjes, voor lieve kinderen Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] De kleine dief. Foei, wie zoo jong reeds brooden steelt. - En wordt het kwade niet geheeld, Hem zal gewis de straf eens treffen, Maar die het goede voorbeeld mint, Wordt zeker een heel deugdzaam kind, En zal hij wel zijn pligt beseffen. - Andries, een jongen uit de buurt, Werd om een boodschap eens gestuurd, Zag bij baas Trog de brooden rooken, En, zonder dat hij honger had, Werd een' dier brooden vlug gevat En onder 't grove buis gestoken, Maar van der Trog was ook niet mal, Die zag wel dat men hem bestal, [pagina t.o. 5] [p. t.o. 5] [pagina 6] [p. 6] En ging terstond de dienders halen, En toen Andries naar huis zou gaan, Wip, pakte hem de dienders aan, En moet hij nu zijn schuld betalen. Denkt kind'ren steeds om het gebod, Dat ons gegeven werd van God, En luid: ‘gij kind'ren moogt niet stelen.’ Voor hem die dit gebod vergeet, Is altijd daad'lijk straf gereed En moet hij dus de schande deelen. Vorige Volgende