Ze zijn gék geworden in Den Haag. Willem Oltmans en de kwestie Nieuw-Guinea
(2009)–Wouter Meijer– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
VerantwoordingVoor dit onderzoek baseer ik mij voor een belangrijk deel op het werk van Willem Oltmans. Het is hier ter verduidelijking nuttig enige woorden te wijden aan de opbouw en indeling van zijn dagboek en zijn memoires, en mijn gebruik van deze bronnen. Oltmans heeft zijn memoires grotendeels opgebouwd rond citaten uit zijn dagboek. Soms onderbreekt hij deze fragmenten vanuit het heden en levert hij commentaar of geeft hij extra informatie. Het belangrijkste doel voor het bijhouden van een dagboek en het schrijven van memoires was voor hem om zijn leven in retrospectief beter te begrijpen. ‘Voor mij is de primaire betekenis van het noteren van emoties en ervaringen steeds geweest om naar de dag toe te leven, dat ik voldoende kennis zou hebben verzameld om in rust en openheid te analyseren wat er de afgelopen halve eeuw naar waarheid was gebeurd,’ zegt hij in het eerste deel van zijn memoires.Ga naar eind21 Door het schrijven van zijn memoires hoopte hij op zijn grote levensvragen een antwoord te vinden. Voor Oltmans was het lezen van andermans dagboeken altijd erg leerzaam geweest. Zo heeft hij veel steun gehad aan en plezier beleefd met het uitpluizen van de persoonlijke aantekeningen van de Franse schrijver André Gide en de zeventiende-eeuwse Britse ambtenaar Samuel Pepys, die vooral dankzij zijn dagboeken beroemd is geworden. Op dezelfde manier dacht hij dat zijn dagboeken voor anderen een bron van inspiratie zouden kunnen zijn, want ‘mensen toetsen nu eenmaal bij voorkeur hun eigen levenssituatie aan die van anderen’.Ga naar eind22 Dat hij heeft besloten zijn memoires te publiceren, | |
[pagina 16]
| |
heeft voor een groot deel hiermee te maken. De enorme omvang van de memoires doet echter ook de nodige ijdelheid vermoeden. Over het algemeen heeft Oltmans bij het weergeven van zijn dagboekfragmenten geprobeerd met name inhoudelijk zo veel mogelijk zijn oorspronkelijke aantekeningen aan te houden. In dat oorspronkelijke werk wisselde hij regelmatig van taal, soms zelfs binnen een zin. Schrijven in het Engels was voor hem even gebruikelijk als schrijven in het Nederlands. Omdat hij sinds zijn emigratie naar de Verenigde Staten steeds vaker in het Engels ging denken, vond hij het af en toe gemakkelijker om in het Engels te schrijven. Voor de leesbaarheid van zijn memoires heeft Oltmans al zijn Engelse aantekeningen in het Nederlands vertaald. Af en toe heeft hij bovendien een zinsconstructie veranderd, of de verschillende aantekeningen elkaar iets soepeler en verhalender laten opvolgen. Los daarvan zijn er op enige (chronologische) slordigheden na geen grote verschillen tussen Oltmans' dagboekaantekeningen en zijn weergave daarvan in de memoires. Het enige probleem is dat in Oltmans' memoires het onderscheid tussen dagboekfragment en later commentaar daarop niet altijd even goed zichtbaar is. Kunnen wij Oltmans' weergave van de werkelijkheid vertrouwen? Tot op zekere hoogte waarschijnlijk wel, maar Oltmans heeft, net als ieder ander mens, zijn eigen waarheid. Zijn weergave van zijn leven in de memoires is tegelijkertijd een interpretatie van zijn leven, door zijn keuze sommige aantekeningen wel en andere niet te publiceren, maar ook doordat hij soms achteraf commentaar levert. Ook zijn verslag van de kwestie Nieuw-Guinea wordt daarmee gekleurd. Desondanks heeft Oltmans voor de lezer vermoedelijk niet veel achtergehouden. Niet alleen vanwege de enorme hoeveelheid delen die zijn memoires zal beslaan, maar ook door zijn extreme openheid over elk aspect van zijn leven. Hij heeft werkelijk zijn hele leven naar waarheid willen documenteren. Een komisch voorbeeld van hoe ver hij daarin ging is een opmerking die de Indonesische ambassadeur Zairin Zain in 1961 tegen hem maakte en die dus ook in zijn aantekeningen terecht is gekomen: ‘Je zit altijd als een kleine jongen op te schrijven wat ik zeg. Je moet concepties | |
[pagina 17]
| |
vormen en analyses maken.’Ga naar eind23 Oltmans' waarheid wordt daarmee een open waarheid, die voor iedereen zichtbaar is. Bij het gebruik van deze bronnen verwijs ik grotendeels naar de memoires - mijns inziens komt dat de leesbaarheid ten goede. Slechts in een paar gevallen zal ik direct naar het dagboek verwijzen: (1) wanneer ik een fragment citeer dat niet in de memoires voorkomt, of (2) wanneer er significante verschillen zijn tussen dagboek en memoires, of (3) wanneer ik verwijs naar een apart document dat Oltmans in zijn dagboek bewaard heeft, zoals brieven en telegrammen van vrienden, collega's, werkgevers, politici et cetera. Tot slot nog een opmerking over de gehanteerde spelling. Ik heb ervoor gekozen om Indonesische namen als S(oe/u)karno en S(oe/u)bandrio consequent met ‘oe’ te schrijven, zoals volgens de Nederlandse wijze van spellen vóór de onafhankelijkheid. Dit mede omdat Soekarno zijn naam bij ondertekening zelf ook met een ‘oe’ schreef. Bij letterlijke citaten van andere personen houd ik echter de spelling aan zoals de persoon in kwestie die heeft gebruikt. Het gebied waar het in het conflict tussen Nederland en Indonesië om draait, namelijk het westelijke deel van het eiland Nieuw-Guinea, zal ik consequent benoemen als Nieuw-Guinea. De vele betrokkenen die in mijn onderzoek aan het woord komen gebruiken uiteenlopende benamingen voor datzelfde gebied: Irian Barat, West Irian, Irian Jaya, West New Guinea en Nederlands Nieuw-Guinea. In citaten heb ik deze alternatieve benamingen van het gebied laten staan. | |
[pagina 18]
| |
Willem Oltmans aan het begin van zijn journalistieke carrière, vlak voordat hij zich intensief met Nieuw-Guinea zou gaan bezighouden. Typerend is de dagboekordner onder zijn arm. Die had hij vrijwel altijd bij zich.
Bron: KB Archief Willem Oltmans |