Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Wat wonders, wat nieuws! De zeventiende eeuw in pamfletten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0,71 MB)






Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/pamflet-brochure


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Wat wonders, wat nieuws! De zeventiende eeuw in pamfletten

(2002)–Marijke Meijer Drees, Els Stronks

Vorige Volgende
[p. 127]

Schurken in landspolitiek (1672) 42

Een lasterpamflet uit het Rampjaar 1672 tegen de twee spraakmakendste raadpensionarissen van de zeventiende eeuw: Johan van Oldenbarnevelt en Johan de Witt. Beide politici (‘vogels van enerlei veren’, aldus het pamflet) worden zwartgemaakt volgens de beproefde retorische techniek van het blameren van een persoon of zaak. De standaardargumentatie bestond uit het openbaren van een lage of anderszins als oneervol beschouwde afstamming, gevolgd door hieraan gekoppelde foute gedragingen en morele gebreken. Verzinsels en feitelijkheden lopen naadloos in elkaar over. Dat recept is ook in dit pamflet gevolgd. Wat de stijl betreft overweegt het gebruik van ironie en retorische vragen, en ook de in de retorica zogenoemde ‘praeteritio’ (aankondigen iets terzijde te zullen laten, maar het intussen toch vermelden) is te herkennen. Met de parallelle levens van de raadpensionarissen, die doorspekt worden met moraliserende opmerkingen over het gedrag van de betrokkenen (wangedrag in dit geval), heeft de anonieme auteur het model van de Vitae parallelae (Vergelijkende biografieën) van de Griekse historicus Plutarchus (circa 46-120 na Chr.) nagevolgd. Van dit werk met ruim twintig paren van levensbeschrijvingen (telkens een Griekse en een Romeinse militair of staatsman) bestond een Nederlandse vertaling uit 1603, die in 1644 herdrukt was.

Het pamflet gaat grotendeels terug op een ouder pamflet tegen Oldenbarnevelt, getiteld Gulden legende van St.-Jan. Dat

[p. 128]

was in 1618 voor het eerst uitgebracht en in datzelfde jaar verboden door de Staten van Holland. De titel zinspeelde op de vermaarde Legenda aurea, een legenden verzameling uit de dertiende eeuw, waarin de officiële leer van de rooms-katholieke kerk door middel van spannende verhalen over apostelen, martelaren, maagden en bisschoppen overgebracht werd op een breed publiek. Tijdens de reformatie stond deze populaire bundel symbool voor de in protestantse ogen zo verwerpelijke heiligenverering. Johan van Oldenbarnevelt kreeg van zijn calvinistische vijanden (uit deze hoek was het pamflet afkomstig) de spotnaam St.-Jan, aangezien hij in hun ogen te tolerant optrad jegens katholieken en bovendien behoorde tot de door hen gehate remonstranten, die zij als cryptokatholieken beschouwden.


Vorige Volgende