Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Wat wonders, wat nieuws! De zeventiende eeuw in pamfletten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0,71 MB)






Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/pamflet-brochure


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Wat wonders, wat nieuws! De zeventiende eeuw in pamfletten

(2002)–Marijke Meijer Drees, Els Stronks

Vorige Volgende

Gelovigen opgevist (1657) 35

De bijbelse vergelijking van Gods koninkrijk met een vissersnet (Mattheus 13:47) inspireerde de Amsterdamse dichter Jan Zoet (circa 1615-1674) rond 1657 tot het schrijven van het pamflet 't Grote visnet. De ‘goede’ en ‘ondeugdelijke’ vissen waarover de bijbel spreekt, krijgen bij hem alle een naam, en schijnbaar behoren maar weinigen tot de eerste categorie: de rooms-katholieken zijn roofzuchtige snoeken, de mennonieten (aanhangers van Menno Simons, doopsgezinden) zijn slijmerige, schuwe zeelten, die zich niet gemakkelijk laten vangen en eruitzien als één grote kronkelende massa als ze zich vertonen. De aanhan-

[p. 125]

gers van Calvijn vergelijkt Zoet met stekelige en dominante baarzen. Zij domineerden in de Republiek en hun strenge leer van de predestinatie, die inhield dat God voor ieders geboorte al bepaalde of er na de dood hel of hemel wacht, werd volgens Zoet alom gevreesd. Zelf verliet hij na veel geruzie en gekrakeel diverse geloofsgenootschappen, om zich uiteindelijk als vrijdenker te manifesteren. Een geestverwant, Jacob Claasz. (hier voorgesteld als puitaal), is de enige die in 't Grote visnet genade vindt.

De tekst is te zingen op de melodie van het indertijd bekende lied ‘O kerstnacht schoner dan de dagen’ uit Vondels tragedie Gijsbrecht (1637). Zoet zal voor deze vorm gekozen hebben in de hoop dat zijn liedtekst nog vaak door deze of gene ten gehore gebracht zou worden, alleen of in gezelschap. De keuze voor een melodie van de rooms-katholieke Vondel was mogelijk een provocatie. Om de tekst nog aantrekkelijker te maken voor een groot publiek voegde Zoet in proza verklaringen toe met smakelijke details.


Vorige Volgende