J.K. Rensburg 1870-1943. Een Joodse graalzoeker(1981)–Jaap Meijer, [tijdschrift] Engelbewaarder, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 134] [p. 134] XXXVIII. De Zuiderzee. Mijn verzen rijzen als in zacht omvloeien Van golfjes scheepjes op de Zuiderzee Ter kim, (één reuzemnul omringd van koeien En kleine steden) voor den wind gedwee, Haar vlak en hemel blijft mijn Ziel ontgloeien, Want heel ons land klopt naar haar maatslag mee - En veilig wil ik mij met niets bemoeien Dan Poëzie en Beurs. - (Je Maintiendrai! Want revolutionnair in deez' campagne Weer in deez' Eerste' als in de Zestiende' Eeuw Wuift tegen U 't keurskoninklijk Oranje,*) Nu Hollands Kreeft wegkruipt voor Frankrijks Leeuw.**) Jij ... en dit land? Neen, laf bek, 't wordt weer groot Door wie niet vreezen: Honger, Cel en Dood.) Vorige Volgende