J.K. Rensburg 1870-1943. Een Joodse graalzoeker(1981)–Jaap Meijer, [tijdschrift] Engelbewaarder, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 133] [p. 133] XXXVII. Intermezzo naar Midsummernight'sdream van Shakespeare en Mendelssohn. (Nu ben ik Puck, de malle toovenaar. Die gooit d'occulte wereld door elkaar Met wat het Menschdom houdt voor werkelijkheid. En 'k hef een distel, paars, blauw-groen omspreid Door blare' als scepter - zoo 't al herfst is, maar Nog zonnig - tot bevel aan d'elvenschaar. En 'k draag als epauletten dahlia's, wijd Hun koningspurper rondend. Nog is 't tijd, Voordat gij schuil gaat in oud, donzig nest Of eer de kou zuidwaarts ter vlucht U prest, Dat Uw orkest Piet Lut de aria Doet hooren met het spot-motief:) ‘Ia!’ - ('k Wil nog wat sollen met dien dichterling, Als Bottom hem verbijst'ren. Elven: zing!) Vorige Volgende