J.K. Rensburg 1870-1943. Een Joodse graalzoeker(1981)–Jaap Meijer, [tijdschrift] Engelbewaarder, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 135] [p. 135] XXXIX. Kunst en Moed. (Leconte de Lisle op de barricade. - Zola gelyncht haast door Parijsch Janrap. - Voor Dostojewski 't tuchthuis als genade. - Dante, Hugo, Heine in ballingschap. - Bacon als Shakespeare steeds ter maskerade Voor Queen Beth - En d'Annunzio, een knap Aviateur, bedreigt door fusillade ...) Als 't dáár op aan komt, ben ik net op stap. Ik hecht - ook door mijn jeugd (!) - te veel aan 't leven. (Slechts hij leeft veilig, die het durft te geven.) d'Omwent'ling hier wordt toch maar tweede-hands. (Niet geest'lijk, Piet: Wanhoop des Vaderlands!) Mijn(!) huwelijk! Mijn(!) Kunst - (Voor 't laatste dient Steeds 't best: ‘Was schert mich Weib! Was schert mich Kind!’*) Vorige Volgende