J.K. Rensburg 1870-1943. Een Joodse graalzoeker(1981)–Jaap Meijer, [tijdschrift] Engelbewaarder, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] XII. Het Meer der Vergetelheid. De Naarderplas kaatste onder trillend vonken De steile wolken van d'Augustus-dag En 't riet in 't felle licht, waar zonnedronken Ik eenzaam wieglend in een bootje lag. Vol toekomst-droomen ben 'k in slaap gezonken En heel benauwd was, wat ik daarin zag. In donk're wagen leek ik vastgeklonken En - 't was gedein van 't schuitje - met één slag Smeet mij een voerman tusschen lompen, graten, Koolstronken, een stuk sok, een kleed vol gaten, Haardgruis, aardappelschillen, krantenproppen, Een kluif, een oude veter, haringkoppen, Omstoven door een wolk van asch, in 't meer Gelijk een kattekreng, als stadsvuil neer. Vorige Volgende