Behalve dan tijdens dat incident in de trein: iemand ziet je in je
dagboek schrijven en valt je aan.
‘Ik was getuige van een aanslag en schreef daar meteen iets over op.
Iemand die schrijft is al iemand die gewantrouwd wordt in Mozambique - hij kan
van de regering zijn, een of andere rapporteur. Maar dat was de enige keer dat
ik mij persoonlijk aangevallen wist. Nooit is er tegen mijn persoon of de kleur
van mijn vel geageerd.’
Terwijl de agressie jegens de huidskleur toch het eerste is waar je
als buitenstaander aan denkt.
‘Ja. Ik verwachtte dat ook, omdat iedereen daar de Zuid-Afrikanen haat
- op papier althans. Ik was erop voorbereid dat iemand die een taal spreekt die
ook maar in de buurt van het Zuid-Afrikaans komt en ook nog eens wit is, meteen
als een vertegenwoordiger van dat moordachtige regime gezien zou kunnen worden.
Maar iedereen daar wil juist naar Zuid-Afrika toe, naar de
Reïncarnatie Van De Vaste Munt.
Ik raakte verzeild in die oorlog, en ik raakte eraan verslaafd, maar dat
verslaafd zijn hield in dat ik er steeds meer van wilde weten. Ik werd ook hoe
langer hoe bozer. Boos op de Renamo, de bandieten, gesteund door Zuid-Afrika,
opgezet door Rhodesië, maar veeleer op het Frelimo, de partij die
eertijds toch zulke mooie idealen had, marxistisch-leninistisch, die op papier
zulke mooie oplossingen voor het land had - dat uitgerekend die groepering de
macht uit handen was gevallen; dat ze op de ziel van het volk hadden getrapt;
dat dezen, tegen beter weten in, nog steeds ontkenden dat er
überhaupt sprake was van een oorlog; ze noemen het ook de situatie,
en niet de oorlog - dat alles wond mij steeds meer op, ook omdat ik merkte dat
de journalisten in het Westen mee hadden gedaan aan die grote
leugenfabriek.’
Dus jij ook.
‘Ik heb daar toevalligerwijze niet over geschreven - maar ik had dat
inderdaad ook kunnen doen. Ach, destijds, in '74-'75, heb ik ook met de wolven
in het bos gehuild waar het om Zuid-Afrika ging. Ik wist bijvoorbeeld dat
Zuid-Afrika het land was met de grootste persvrijheid in geheel Afrika - maar
dat schreef ik niet graag op, want het was immers een slecht land. En ik wilde
ook niet schrijven over de tegenstelling tussen de diverse volkeren in
Zuid-Afrika, zwarte stammen - want je dacht: daar spinnen de racisten maar garen
van. Je verzweeg van alles, om het maar klaar en helder en duidelijk te houden -
maar misschien heeft die duidelijkheid ten langen leste wel een erg verkeerd
effect gehad. We dachten dat alle blanken daar nazi's en schoften waren, terwijl
er natuurlijk ook een verzet was onder de blanken. Op den duur schreef ik er
maar niet meer over, omdat het zo ontzettend complex was.