| |
| |
| |
De roode propaganda
Bij ons onderhoud met Franco hebben wij hem gezegd, dat hij den oorlog der propaganda, naar onze meening, zonder eenigen twijfel verloren had. Dit werd door Franco, opperbevelhebber en Hoofd van den Staat, volmondig toegegeven. En onder de factoren, die hiervan de oorzaak waren, noemde hij: de internationale pers, voor een groot deel in handen van Joden en vrijmetselaars, en de internationale samenwerking van de Marxistische groepen in de verschillende landen.
De propaganda, die van linksche zijde tegen Franco ontplooid is, kan men niet anders dan geraffineerd heeten, ja tot op het duivelsch geniale af. Elken dag opnieuw werden berichten de wereld ingestuurd, welke de feiten moesten verdonkeremanen, en liefst nog zóó gesteld, dat de misdaden van de rooden, ten laste van de nationalen kwamen. Er zijn in alle landen afzonderlijke bureaux opgericht, om propaganda te maken voor de ‘wettig’ geheeten regeering. Men hield tentoonstellingen, teneinde de zoogenaamde wreedheid van Franco's troepen te doen uitkomen; men hield lezingen en voerde tooneelstukken op, om de goedgeloovige menigte in den waan te brengen, dat men de schurken toch vooral niet aan linksche zijde moest zoeken, maar dat dezen alleen aan rechtschen kant te vinden waren. Dit alles volgens het oude recept: ‘Lieg er maar op los; er blijft altijd iets van hangen’.
En men heeft er dan ook mede bereikt, dat velen zijn gaan twijfelen. Men koos nog wel niet direct partij voor de roode regeering, maar kon toch ook geen sympathie hebben voor het optreden van Franco. In Parijs, op den Boulevard des Italiens, zagen wij 5 groote etalages, volgepropt met propaganda voor Valencia, tegen Franco. In een der etalages zag men o.a. stukken van kogels en granaten uitgestald, waarbij gesuggereerd werd dat Franco van gemeenheid en bloeddorst bezeten zou zijn.
Binnen in het gebouw, waar een tentoonstelling ten bate van de roode ‘regeering’ werd gehouden, gaf men daarentegen hoog op van de productie van oorlogsmateriaal in het roode Spanje. In hoogdravende woorden werd de ijver geprezen, waarmede de spoorwegarbeiders hun vrijen tijd beschikbaar stelden, om de regeering toch maar aan voldoende krijgsbehoeften te helpen. In tegenstelling tot het oorlogsmateriaal der nationalen, dat natuurlijk enkel en alleen voor moord en brandstichting
| |
| |
moest dienen, was dat der rooden blijkbaar slechts kinderspeelgoed, of strekte het, om in de terminologie der rooden te blijven, ‘ter verdediging van de democratie en van den vrede’.
Op dezelfde tentoonstelling zagen wij een groote teekening, waarop een trein, welke hakenkruis en lictorenbundel verbrijzelde, aldus insinueerende, dat het Duitschland en Italië zijn, die dezen burgeroorlog wilden. Op den achtergrond zagen wij de lichtende Davidsster.
Ook hing er een teekening, waarop een trein, die, triomphantelijk bevlagd, over een brug stoomde. Er onder stond geschreven: ‘de oorlog is de brug, welke ons de bevrijding geeft’.
Afgezien van het feit, dat de roode legers toen juist nederlaag op nederlaag aan het Noordfront leden, en de vlag dus beter halfstok had kunnen hangen, gaf men toch door een dergelijke teekening te kennen, den oorlog als een prettig middel te beschouwen, om de heerlijke democratische vrijheid werkelijkheid te doen worden.
Verder hing er een heele reeds van foto's en platen in precies denzelfden stijl, als die, welke de communistische propaganda van Sowjet-Rusland kenmerkt.
Parijs is het brandpunt van de roode propaganda.
Uit Duitschland uitgeweken Joden en anderen maken zich in Parijs bijzonder druk voor rood-Spanje. Zij komen uit met tooneelstukken, in den trant van ‘Freiheitskampf des Spanischen Volkes’. Zij houden conferenties en verspreiden allerlei strooibiljetten.
Bij de Editions du Carrefour hebben zij voorts verschillende breed-opgezette boekwerken uitgegeven, die technisch en propagandistisch ongetwijfeld meesterlijk genoemd kunnen worden. De oppervlakkige lezer van deze boeken loopt onherroepelijk in de val, zoo handig en doortrapt leugenachtig zijn deze schrifturen gesteld. Wij hebben er een oogenblik aan gedacht, een van deze werken eens te ontleden en het verfijnde samenweefsel van leugens uit elkaar te rafelen, doch bij nader inzien hebben wij het achterwege gelaten.
Het zijn boeken van ruim 200 bladzijden, en, om alle leugens aan de kaak te stellen, zou een boek van denzelfden omvang noodig zijn. Wanneer we slechts enkele feiten zouden weerleggen, dan weten we reeds bij voorbaat met zekerheid, dat onze roode pers zou zeggen, dat wij de overige feiten niet loochenen kunnen en dus toegeven. Met sommige volksstammen valt nu eenmaal niet te praten!
De tactiek van de roode propaganda is er op berekend, ‘verwarring te scheppen’. Haar toeleg is, de rol van beklaagde met die van annklager te verwisselen; met name de welgefundeerde en grondig gedocumenteerde beschuldigingen, door de nationalen tegen de rooden ingebracht, worden stelselmatig door de rooden den nationalen ten laste
| |
| |
gelegd. Ook al gelooft menigeen dit niet zoo grif, het wantrouwen is in ieder geval gewekt, en de gedachten zijn afgeleid van de misdaden aer rooden. Daar is het om te doen, hiermee heeft de roode propaganda haar doel reeds bereikt.
Het is slechts te betreuren, dat vele goedmeenenden er in loopen. Van sommigen is het onbegrijpelijk. We denken b.v. aan het manifest, onderteekend door Jacques Maritain en anderen, die rood en nationaal op hetzelfde plan zetten en reeds daardoor de propagandisten van rood werden. Zij protesteerden tegen het bombardement van Guernica. Waarom niet tegen het verbranden door de rooden van 20.000 kerken, het vermoorden van tienduizenden volkomen onschuldige menschen, het dooden van gijzelaars in Bilbao en zooveel andere beestachtigheden der rooden?
Ieder, die het gezagsprinciep hoog houdt en voelt voor hiërarchische waarden, wordt met het verzamelwoord ‘fascist’ afgedaan.
We vragen ons af, of de vrees, dat de politieke democratie een deuk krijgt, oorzaak is, dat vele intellectueelen er toe komen, om het tegen Franco op te nemen en reeds door dit feit van groote propagandistische waarde voor de rooden worden?
Wanneer men ziet, dat tot de onderteekenaars van het bovengenoemde manifest ook Luigi Sturzo behoort, eertijds leider van de Italiaansche Partito Popolare, die steeds maar doorgaat met haat te zaaien tegen alles, wat niet voor de politieke democratie voelt, moeten we wel tot deze conclusie komen.
In verschillende kringen in Spanje vertelde men ons, dat men de werken van J. Maritain vroeger gretig las, hoe men groote sympathie voor zijn persoon had, doch dat deze thans volkomen was verdwenen.
De rooden zijn meesters in het verwarring stichten. Wanneer zij spreken over ‘loyalisten’ bedoelen zij de aanhangers van een regeering, die moord en brandstichting toeliet. Wanneer zij spreken over ‘rebellen’, bedoelen zij hen, die paal en perk willen stellen aan de wanordelijkheden en wandaden der rooden. Wanneer zij spreken over ‘democratie’, dan bedoelen zij de terreur van het uitvaagsel der maatschappij. Wanneer zij spreken over ‘fascisten’, bedoelen zij hen, die orde, hiërarchie en gezag in hun vaan hebben staan.
Joden en vrijmetselaars spelen bij de ‘rooden’ een groote rol; daarom keert ‘rood’ de rollen om en Franco wordt een vrijmetselaar genoemd, ofschoon hij de Vrijmetselarij bestrijdt.
De roode propaganda publiceert foto's van kinderen, die slachtoffers geworden zijn van een bombardement. Op de eerste plaats blijkt, dat verschillende foto's niet in Spanje gemaakt zijn, maar in Parijs. Vervolgens zegt, al zouden onschuldige kinderen getroffen zijn, dit feit
| |
| |
als zoodanig nog niets ten nadeele van de Franco-regeering; het zegt alleen veel, en zeer veel, tegen den modernen oorlog, waarin volkomen onschuldigen de dupe worden. Dezelfde foto's, uitbeeldend de gevolgen van een bombardement, maar nu van den rooden kant, zijn er eveneens. Daarbij worden dan de namen van de getroffen kinderen gegeven. Wij houden ze voor de roode kameraden van het Spaansche volksfront beschikbaar ter plaatsing.
De rooden steken de kerken in brand, vermoorden de geestelijken, willen elk godsdienstig begrip ondermijnen; neen, zegt daartegenover de roode propaganda, wij zijn juist de verdedigers van het Christendom of, om met de woorden van Albarda te spreken: ‘zij strijden voor ons, voor u, voor mij, voor kardinaal Faulhaber en de Duitsche katholieken, voor de vrijheden en rechten der Nederlandsche democratie’ (rede van Albarda in de Apollohal te Amsterdam 26-8-'37).
En Martin Beversluijs gaat nog even verder en zegt, dat Christus aan den kant van de rooden staat en dicht:
‘als gij eens geleefd hebt, Christus,
dan waart gij even rood als wij’.
De rooden vermoordden duizenden geestelijken, de roode propaganda ontkent het niet, maar zegt: ‘op bevel van Franco zijn in het Baskenland geestelijken vermoord, terwijl in Badagoz dominé's vermoord zijn’. Voor wat het laatste betreft: wij hebben een en ander persoonlijk onderzocht; de aantijgingen bleken volkomen ongegrond. Niet alle drie de gevallen, welke genoemd werden, hebben wij persoonlijk kunnen onderzoeken, maar in ieder geval hebben we kunnen constateeren, dat een van de dominees, die door de ‘benden’ van Franco vermoord zou zijn geworden, nog in blakenden welstand verkeert.
En voor wat de Baskische priesters betreft: enkelen, hoogstens 12, (vergelijk het getal van 16.000 priesters, die door moordenaarshanden der rooden vielen) zijn gedood. Niet echter om wille des geloofs, doch louter om politieke redenen. Het is de Baskische kwestie, die door de roode propaganda ook zoo handig tegen Franco uitgespeeld is geworden. Men kan als Nederlander over deze kwestie denken zooals men wil, men kan erkennen, dat de nationale minderheidsrechten niet voldoende erkend werden, men kan meenen, dat de Basken een apart volk vormen, het blijft een onvergeeflijke fout, dat de Basken samenwerking gezocht hebben met hen, van wie zij niets te verwachten hadden, n.l. de roode regeering van Madrid, en dat zij zoodoende een steun zijn geworden van de vernielers der beschaving, van de moordenaars van onschuldigen.
Ook in Nederland was en is verwarringbrengende roode propaganda uiterst werkzaam.
| |
| |
Voorop dienen vermeld de verschillende uitgaven van de N.V. Arbeidspers. Vanzelfsprekend moest de S.D.A.P. het voor het Frente Popular in Spanje opnemen. En als dat moeilijk gaat, een leugen meer of minder komt er niet op aan. Zoo publiceerde het Volk verschillende foto's, waarvan de bedriegelijkheid er duimen dik oplag, maar welke de lezer, die niets anders dan ‘Het Volk’ leest, toch als echt beschouwt. Zoo reproduceerde ‘Het Volk’ een foto van de uitgebrande hoofdstraat te Malaga, er bij bewerend, dat de bommen van Franco zooveel verwoesting teweeg hadden gebracht. Niettemin weet eenieder, dat onder goedkeuring van de ‘wettige’ bestuurders deze huizen in brand gestoken zijn.
Trouwens uit de foto zelf blijkt de leugen. Wanneer er werkelijk bommen onploft waren, zou de straat eveneens een triest uitzien gehad hebben, maar toch geheel verschillend van thans, nu de verwoestingen door brandstichtingen van binnen uit zijn veroorzaakt.
De N.V. de Arbeiderspers gaf een, technisch werkelijk prachtig, platenboek met tekst uit over ‘Spanje’. Op de titelpagina staat: ‘Wat gebeurt er in Spanje?’ ‘Welke zijn de oorzaken van den burgeroorlog?’ ‘Wie zijn de leiders?’ ‘Hoe is den aard van het Spaansche volk?’
Dit boekwerk heeft vanzelfsprekend zijn diensten verricht voor het Spaansche Volksfront. En toch, wanneer men de platen op zich beschouwt, afgezien van den gefantaseerden tekst, zouden deze gevoegelijker in een boekwerk voor nationaal-Spanje gebruikt kunnen worden. Zonder één foto er aan toe te voegen, maar slechts met een anderen tekst, zou een dergelijk boek van een onschatbare propagandistische waarde kunnen zijn voor de Nationalen. Het verschil is, dat onze ‘arme’ Marxisten wel hef geld voor dergelijke uitgaven bezitten, terwijl aan den anderen kant geen geld beschikbaar is.
En dat, ofschoon er werkelijk onloochenbare documenten afgedrukt zouden kunnen worden, die overtuigend aantoonen, wat voor canaille de regeering Madrid - Valencia - Barcelona eigenlijk is.
Verder willen wij het hier nog over slechts twee propagandisten voor rood Spanje hebben. Op de eerste plaats Dr. Brouwer, de befaamde Katholieke schrijver van een boekje ten gunste van rood-Spanje, en vervolgens de fameuze zaakgelastigde van rood-Spanje bij het Nederlandsche Hof, de heer Semprun Y Gurrea.
Dr. Johan Brouwer werd aanvankelijk niet slechts geciteerd door alles wat rood en rot is in Nederland, doch evenzeer door vele ‘rechtsche’ bladen.
Hij sprak op openbare vergaderingen, en liet vooral uitkomen, dat hij braaf Katholiek wilde zijn, met als gevolg, dat hij groote verwarring stichtte, waar het juist om te doen was.
| |
| |
Dr. Anton van Duinkerken bijv. roemde hem als een ‘vurig katholiek en als een wetenschappelijk onpartijdig man’.
Op het boekje van Dr. Brouwer, dat in de Christelijke en Roomsche pers onverdeeld gunstig gerecenseerd werd, zullen wij hier niet nader ingaan. Wij beperken ons tot een korte schets van den persoon van Dr. Brouwer. Dat zal voor de eerlijk meenenden, die zijn woorden geloofden, waarschijnlijk voldoende zijn, om in deze dubieuse figuur niet meer een verdediger van waarheid en recht te zien.
Tijdens ons verblijf in St. Sebastiaan hebben wij verschillende malen José M. Dousinague y Teixidor gesproken. Hij is de voormalige gezant van Spanje aan het Nederlandsche Hof, die de eerste diplomaat was, die den moed bezat, bij het begin van den burgeroorlog, zijn ontslag in te dienen, zijn onderworpenheid aan de roode regeering te Madrid op te zeggen en zich ter beschikking van Franco te stellen.
Wij zouden van deze zoo sympathieke ontmoeting geen melding gemaakt hebben, wanneer deze hoogstaande en begaafde oud-gezant ons niet verzocht had, een verklaring namens hem over Dr. Brouwer af te leggen.
Dousinague verklaarde ons, dat hij herhaaldelijk Dr. Brouwer ontmoet had en dat deze zich tegenover hem zeer enthousiast over de Franco-regeering had uitgelaten. Dr. Brouwer bezocht het front, maakte het leven van de soldaten mede en noemde alles wat hij zag schitterend. Zeer uitdrukkelijk verklaarde hij, geheel voor Franco gewonnen te zijn. Franco heette de zoo lang verwachtte en zoo noodzakelijke orde te brengen. Dr. Brouwer stak herhaaldelijk de hand op en bracht den zgn. fascistengroet: kortom hij deed het voorkomen alsof hij volkomen van de wettigheid der Franco-regeering overtuigd was.
Niettemin gaf Dr. Brouwer zijn befaamd boekje uit, waarin hij het voor het Volksfront opneemt en tegen Franco en nationaal-Spanje aan het razen is geslagen.
Wij kunnen hiervoor slechts één verklaring geven en dat is, dat Dr. Brouwer door de rooden, door den ‘Spaanschen gezant’ Semprun of door anderen is omgekocht.
En zóó is dan de eervolle geschiedenis van den man, die niet slechts door de roode pers, maar ook door zich christelijk noemende bladen werd geciteerd......
Bij de katholieke uitgeverij ‘de Gemeenschap’ werd een boekje over Spanje uitgegeven, van de hand van den huidigen Spaanschen Zaakgelastigden José Maria de Semprun Y Gurrea.
De brochure wordt door den ‘eerlijken’ heer Brouwer als volgt ingeleid: ‘De uitgeverij “de Gemeenschap” dient met de uitgave van deze brochure de Waarheid en het Recht, want zij stelt Nederland, en in
| |
| |
het bijzonder Katholiek Nederland, in staat te luisteren naar een man, die bij uitstek tot oordeelen in deze bevoegd is. De heer Joé Marie Semprun y Gurrea is een bekend Katholiek schrijver uit de “Cruz y Raya”-groep. Van zijn hand zijn, behalve letterkundige studies, ook rechtskundige en geschiedkundige verhandelingen verschenen’.
De inleiding is, van rood-propagandistisch standpunt bekeken, wederom niet gek. De gemiddelde Nederlander kende de heer Semprun alleen als de man, die zijn eigen broer met behulp van de Nederlandsche regeering over de grens liet zetten, omdat deze andere politieke meeningen er op na houdt dan de promotie gemaakt hebbende heer gezant en omdat hij openlijk partij voor Franco koos.
Dit verwarring brengend boekje is van alle kanten geciteerd; niet slechts van linksche zijde, maar ook in rechtsche bladen werd dit boekje geprezen als afkomstig te zijn van een deskundig en onbevooroordeeld man. Dit is echter al reeds hierom niet waar, omdat hij, dank zij zijn steun aan de roode regeering, promotie maakte en een betaalde functie kreeg, dus in de gegeven omstandigheden moeilijk als een onpartijdig deskundige beschouwd kan worden.
Deze ‘deskundige’ schrijft over de geringe beteekenis, welke de communisten in rood-Spanje hebben. Elders bespreken we den invloed van de communisten en van Sowjet-Rusland. We zullen hierop dan ook niet in den breede ingaan. Alleen citeeren wij even zijn lofprijzing van de communisten. ‘Menschen uit de meest verschillende partijen hebben kunnen opmerken, dat het communisme in den laatsten tijd en vooral in de tegenwoordige omstandigheden een element van evenwicht, van behoud, van orde en discipline geweest is. Zijn redennars, leiders, miliciens, partijgenooten hebben zich over het algemeen (ik ontken geen op zichzelf staande gevallen) gedragen met een opmerkelijk besef van verantwoordelijkheid en voorzichtigheid......’ Ziehier je reinste communistische propaganda door een zoogenaamd ‘brave Katholiek’ en uitgegeven bij een even ‘brave’ Katholieke uitgeverij.
In zijn boekje weidt Semprun uit over de tekortkomingen van de Katholieke Kerk. Sedert wanneer echter zijn de tekortkomingen van een of andere instelling een reden, om nu er maar op los te branden en te moorden? Over dit laatste, wat iedereen kan constateeren en waaraan twijfel niet mogelijk is, wordt niet gesproken. Hij beweert, dat moorden en verwoestingen het gevolg zijn van de slellingname voor Franco. Maar reeds voor den nationalen opstand werd er gemoord, werden er kerken in brand gestoken. Bovendien zijn er duizenden en duizenden gevallen, waarvan vast staat, dat zij zich met de politiek niet inlieten. Het is voor ons onbegrijpelijk, dat men in een land, waar de christelijke partijen de hoofdrol heeten te spelen, een dergelijke figuur als Semprun, die brandstichting en moorden op tienduizenden onschuldige menschen goedpraat nog duldt als officieel gezant......
|
|