teert hij die zonder Franse bemiddeling, en een ander bewijs dat hij het boek geraadpleegd heeft - naar we aannemen in Latijnse vertaling - is gelegen in het feit dat hij soms vindplaatsen van citaten opgeeft als Corneille dat niet doet.
Een andere bron is Horatius. Ook hem citeert Meijer soms via Corneille, maar meestal gebruikt hij hem zonder aanwijsbare bemiddeling. Vanzelfsprekend is de Ars Poetica het meest geraadpleegd, maar ookkomt nog een vrij lang citaat uit Epistula II voor. Tenslotte vermoeden we dat Meijer ook nog Vossius' invloedrijke Institutiones Poeticae (1647) in handen heeft gehad. De in r.212-216 vermelde gegevens lijken daaraan ontleend te zijn.
Al kunnen dus nog enkele andere namen van theoretici in verband met de ‘Voorreeden’ genoemd worden, dat neemt niet weg dat Meijers betoog èn in grote lijnen èn wat de meeste details betreft berust op het werk van Corneille.
Zoals het Frans-Klassicisme geen geheel nieuwe theorie was, maar een nadere uitwerking van de klassieke opvattingen, met name die van Aristoteles, zo betekende ook Meijers ‘Voorreeden’ in Nederland geen totale vernieuwing. Na Hooft en Vondel behoefde er in ons land bepaald niet op het bestaan van bijvoorbeeld de drie eenheden gewezen te worden. We zullen er ons daarom hier toe beperken om enkele van die typisch Frans-Klassicistische vernieuwingen te signaleren die ook door Meijer als belangrijk naar voren worden gebracht. Eén onderwerp laten we hier buiten beschouwing, Meijers opvattingen over de eenheid van handeling. In hoofdstuk III, 2 hebben we al besproken hoe hij, ondanks lippendienst aan Corneille's ideeën hierover, in feite in een vroeger stadium is blijven steken: eenheid van handeling is bij hem geen strakke, causale verknooptheid van de gebeurtenissen, maar eenheid van geschiedenis, van onderwerp. Wel belangrijk en voor Nederland nieuw is de eis dat de ontknoping zo laat mogelijk in het stuk geplaatst moet worden en dat daarna niets meer volgen mag. Impliciet polemiseert Meijer hier met de tragedies van Hooft en Vondel waarin vaak het laatste bedrijf aan de eigenlijke handeling niets meer toevoegt maar slechts een nabeschouwing erover bevat, of een blik vooruit werpt op nieuwe gebeurtenissen, een nieuwe handeling dus. Nieuw