96
G.C. // IACOBUS VI. // CONINGH // VAN // SCHOTLANDT. //
Bly-eyndende // Ongheval, en Perijckel. // Op het Spreeck-woordt, // Haest
ghelooft, haest bedrogen. // (gravure: twee duellerende ruiters op zeepaarden)
// IN s'GRAVEN-HAGE. // Ghedruckt voor Gijsbrecht Ernst, Boeck-verkooper
woonende // inde Vlamingh-straet, Anno 1639.
I - P
P: Persoonen: De Grave van Gore; Alexander Ruthven, des
Graven Broeder; Iacob de VI. Coningh van Schotlandt; Anna de Coninginne van
Schotlandt; Hendrick Frederick, Conings Soon, oudt ontrent ses Iaren; Den
Hertogh van Lijnox; Den Grave van Marre; Thomas Areskin, Ridder; Een Schots
Edelman; Hugo Heresius, Doctor Medicijn vanden Coningh; Agnes en Elisabeth,
twee Staet Dochters van de Coninginne; Andreas Hendrickson, Ontfanger van den
Grave van Gore; Ian Ramsey en Wilson, twee Dienaers vanden Coningh; Claes Clomp
en Willem Stref, twee Boeren; Kock Sederon; Griet Smeers; Wraeck; Thisiphone,
Megera, Hecate en Pluto, Helsche Geesten.
BN: Yi.773; KH:
*504B268 en 8F52; SBH: 128A58:2; UBG: BL64018.
Worp
1892, 190-192; Worp 1970, I,384.