een katechisante is op zichzelf al genoeg geweest om Dominee diep te schokken. Maar je hebt de jongemeneer genoemd als je medeschuldige. Nu zie je, wat dat is voor zijn vader. Als niet alle goede gevoelens in je dood zijn, zul je ons nu de waarheid zeggen.
Dina sprak niet, haar lippen bewogen, terwijl zij strak Mevrouw aankeek, met doffe, doch groot-open oogen. Daarna week haar blik en zonk. Zij zag niet naar Dominee; zij wist zijn smart, die had zij al boven gehoord.
- Ga daar zitten, beval Mevrouw.
Onhandig trok Dina den stoel van de tafel en viel erop neer, plots haar moeheid gevoelend.
- Zeg ons nu de volle waarheid.
Zacht, bijna gefluisterd, doch vast achter elkander kwamen de woorden:
- Mevrouw en Domenee weten alles.
- Nee, heftigde Aleida op, zoo kom je niet van me af. - Je bènt dus.... zwànger, nietwaar?
- Ja, Mevrouw.
- Zeg me na: Mevrouw ik ben zwanger.
Dina's schouders schokten, zij sloeg de handen vóór het gelaat.
- Wil je nu je schuld belijden?
Even een luid uitsnikken, terwijl hoofd en bovenlijf in smarttrekkingen bewogen; toen, van achter de handen, met een huilstem:
- 'k Ben zwanger, Mevrouw.
En onmiddellijk een luider schreien.
- Sedert wanneer?
Uitgesnikt werd:
- Augustus, Mevrouw.
Wedelaar's lijf voer op tot een rechtheid; het hoofd heffend, de oogen sluitend, zuchtte hij met open mond.
- En nu, Dina, denk aan het behoud van je ziel!