Blindheyt is veelderley.
SEkere oude Matrone in de Kermis-kramen gaande, sag in eenige Spiegels, daar te koop staande, haar meerder-jarige, onbehaaglijke en gefronste Tronie. Sy dus staande te kijken, vraagt haar den Kramer, Moeder schort'er een Spiegel? Wat, seyde sy, zou ik met een Spiegel doen? sy zijn verflenst: men maakten in mijn jeugt al veel helderder glaasen, daar d' aangesigten schoonder van vel, en blijder van gelaat in stonden.