Het toneel der snaaken
(1738)–Jan Pietersz. Meerhuysen– Auteursrechtvrij
[pagina 55]
| |
te koop stonden, op deese waaren stond te speculeeren. De Koopvrouwe, sitte daar mede voor de deur, en siende den Iongen staaren op de vijgen, vraagden hem of hy vygen wilde hebben? de Iongen seyde Iaa; de Vrouw vraagde voort, hoe veel sal ik u weegen, weegt my, seyde hy, een half pont: seer wel seyde sy, en doese gewogen waren, storte syse den Iongen in sijn hoed? en terwijl de Vrouw haar ommekeerden om de schalen wech te hangen, trok de Ionge op de gang, al etende: de Vrou siende dat de Ionge sonder te betalen deur gegaan was, volgt hem al schreeuwende naa, en by hem komende, wilde sy de vijgen betaalt hebben: die hy wel half op hadde: Wel, seyde de Ionge, gy vraagdet my, of ikse hebben wilde, maar ik hebse niet gekocht, en alle de ommestanders begosten te lacchen en gaven de Ionge gelijk, soo dat de Vrouwe sonder geld weer heenen most gaan. |
|