't Is aan niemands Neus te sien.
PAulus Eberus een Godgeleerde toen hy hoorde dat Melanthon over de vruchtbaarheyt van sijn Vrou sich verwonderde, en gesegt had: Hoe timmert dese kleyne swakke en blode man soo veel kinders? Soo schreef hy hem wederom: Dat de slimste Timmerluy de meeste spaanders maakten,