Eenvoudige Vryer.
ALs hy een lange wyl met sekere Iuffrou had wesen wandelen, t' huys komende, vraage een van sijn kennis, wat hy soets tegen de Iuffrou gepraat hadde. Ik wachte mijn wel tegens haar yets te vertellen zeyde hy, want zy ging benevens my bezonder een woord te spreken.