Geringe Luyden, seggen ook wel de waarheyd.
FRedrik, toegenaamt de Zeegbaar, Keur-Vorst aan den Rijn, op sekere tijd ter jacht gereden, stont met sijn Paart seer gevaarlijk op den top van een hoogen Steen-klip. Dit sag dan een out Wijf, niet wyt van daar eenig Hout rapende, en begost dapper te schelden en te vloeken, seggende: hebt gy geen anderen weg, hebt gy u selfs daar op gebracht, God breng u daar weder af. Hy dit roepen hoorende, rijd na haar toe, en vraagde haar of sy ook wist wie hy ware? en sey ja: waarom sy soo onmagtig tegens hem uytvoer.