Een geschoren Boer
EEn Boer, sittende om geschooren te worden, was seer ruyg, en alsoo de Meester wel wist, dat de Boeren door de bank wat vasthouwers van 't geld zijn, en het meeste niet en geven, had den Boer niet gaarn geschooren; in 't wasschen draait de Meester het hooft over sijn schouwer, met dese woorden Ik wilt niet doen: Die woorden soo een drie, vier maals herhaalt hebbende, vraagde den Boer, wat dat het te seggen was? den Meester voer aldus uyt: De Duyvel steekt my in, ik sal jou de keel af-snijden; de Boer dit hoorende, liep met een volle galop de deur uyt, met den doek om den hals, niet anders roepende, als de Barbier gaat met den Duyvel om.