Van een jonge Huys houdersche.
Seecker Ionghe Vrouwe nieuws ghetrouwt zijnde, de welcke weynigh van
de Huys-houdinghe en wiste, konde niet een pot met eeten koocken, ofte men
moest het haer al-te-mael op schrift geven, hoe sy doen soude: Soo ghebeurde
het op een tijdt dat sy Vleesch gekocht hadde, leyde het selve in het water, en
bracht de pot te vuyre, doe quam daer ondertusschen een Hondt en nam het
Vleesch; het welck de Meydt sagh, en riep, Vrouwe, daer gaet de Hondt met het
Vleesch loopen: Het is gheen noodt seyde de Vrouwe, hy sal het wel weder
brenghen, hy weet doch niet hoe hy het koocken sal, want hy heeft de Brief
niet.