die my vraeghde of ick het gevonden hadde? Ick
seide jae: Voorts vraeghde hy my of ick het hem verkoopen wilde? En ick
antwoorde van jae: Wat wilt ghy daer voor hebben, seyde hy? ick seyde twee
blancken: Kom aen, sprack de Boer, langht het my. Ondertusschen trock de Boer
syn buydel uyt de sack, als of hy geldt krijghen wilde, ende ick was soo slecht
en dede hem dat Hoef-yser, doen gaf de Boer sijn peerdt de spooren, en reedt
wech, en liet my nae sien; maer in het voort rijden, so stack hy sijn beurs
voor by sijn sack, en ick dat siende, liep nae, en kreegh de buydel, ginck doe
daer mee deur. De Meester vraeghde, wat was in dese buydel? De jonghe
antwoorde, twee Buffels konten, die een op uw Neuse, ende de ander op u &c.
Doe seyde de Meester: jonge wy willen onse accoort breken, ghy soudt anders
Meester worden, en ick Knecht.