VVeddeschap tusschen een Duyvel en een Boer.
Een geklaeude Duivel quam te wedden met een vierkante Boer, dat hy
alle Voghelen kende die daer in de Lucht sweefden, die boer daer teghen van
neen, soo wees die boer hem allerley soorteeringhe van voghelen, van die op het
water op de aerde, en in de Lucht haer geneerde, die hy altemael kende: de boer
niet slecht zijnde, om dese winst uyt des Duyvels klaeuwen te halen kleede sijn
wijf naeckt uyt, besmeerde haer met Teer, en lietse doe in een tonne met Veeren
kruypen, de Duyvel dit pluym-ghedierte siende, welcke het hooft tusschen de
beenen hadde, bekende sulcken