Bedt-praatje.
Een Vrouwe, hebbende van haer Man een morgen-gaef gehadt, troggelde
hem, om haer noch eens een vrindtschap te bewijsen, De Man hier gheen puf toe
hebbende, sey: Liefste ghy moest u water eerst eens maken: De Vrouwe dit
met aller yl gedaen hebbende, begeerde nu voldaen te zyn, maer de Man
seyde: Liefste, ghy moest noch eens wateren, Hartje, zey sy, ick heb
eens ghewatert, ick kan nu niet meer. Wel Zoetertje, zey hy, ick heb
oock eens, &c. Ick kan nu oock geen meer.