Vreemde Pots.
Eenen boer, siende een barbier in een Silver-smids winckel, kreeg in
gedachten, dat hy wel diende geschooren te worden: en dewijl hy mee tralien
voor de Silver-smids winkel sagh, meende hy dat daer oock een barbier woonde,
gingh derhalven daer in huys, ende vraeghde de knechts, oftze hem eens
scheeren wilden? Een van hun allen, wat schalckachtig, riep: Iae koom
hier, ick sal u scheeren; zettende hem op een kleen drie-stallitje, en
nemende, in plaets van seep, een hant vol van haer kley, daer hy hem lustig
meê in den baard schuurde, en so een goede poos sitten liet. Den boer
hebbende dus een wijl ghewacht, vraeghde, oftze hem niet haest souden
scheeren? Neen, antwoorden