Ik zie de jaren van mijn eigen verleden, als één langen donkeren dag, en mijn ziel was een dode. Doch zonderling, wij denken nu veel meer dan vroeger aan onze vrienden, aan de wezens die ons lief zijn, aan de mensen, aan de onbekenden aan wie wij verbonden zijn door den geestelijken band der Communio Sanctorum; wij kunnen hen nu helpen, wij moeten hen nu helpen.
Meer en meer leer ik bidden met aandacht. Dan zegt ge levende woorden, dan doet ge werkelijke gebaren, en volvoert een daad. Ik vraag aan Onze Lieve Vrouwe mij te leren bidden, mij Jezus te leren liefhebben.
Ik herlees en herlees het wondere levensverhaal en de openbaringen van Anna Katharina Emmerich. Zij zag de werkelijkheid.