Mijn dagboek. Dagboek 1. 1907-1911
(1958)–Pieter van der Meer de Walcheren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 123]
| |
aan te denken dat wij nu in deze stad wonen. Ik neem mij voor veel te lezen, vooral de mystieken. Bezoek bij X. Enorm gescherm met systemen en meningen, het een al onnozeler dan het ander. Doch een algemene geestdriftige belangstelling, een hartstochtelijke bewondering voor de vliegmachines, voor eendekkers, vliegeniers, etc. Ik beweer dat mij dat volstrekt niet interesseert, want dat nimmer en nimmer een machien, hoe vernuftig ook uitgedacht, die wonderbare werelden zal kunnen bereiken, welke een Ruysbroeck, een Sint Franciscus, een Angela di Foligno, een S. Theresia of een Katharina Emmerich als hun vaderland betraden! Mij treft voor de zoveelste maal dat men het begrip van de waarde van den geest vrijwel verloren heeft. Een ieder kijkt slechts met zijn lichamelijke ogen. In de uitstalling van een boekwinkel ontdekte ik dezer dagen een boek, la folie de Jésus getiteld, door een doctor in de psychologie. Een commentaar op de hopeloze stomheid van den auteur en op de schennis van een dergelijken titel is overbodig. Het ideaal van de tegenwoordige mensheid is een vliegende kruidenier! - God is voor haar een krankzinnige! De waanzin van Jezus! - Wat hoog is en heilig, wat eenzaam is en schoon en naar den hemel gekeerd staat, beschouwen zij als krankzinnig. De Mont-Blanc met zijn eeuwige gletschers en stortende lawinen lijkt hun een onnozele buitensporigheid; zij haten het sublieme met gans het geweld van hun lage ziel; zij willen dat het genie een geestesziekte is, dat de mystieken en heiligen deerniswaardige hulpbehoevenden zijn over wie men slechts meelijdend kan glimlachen en welke men spoedigst in een zenuwinrichting of gekkenhuis moest opsluiten! Met voldaanheid en zelfgenoegzaam bekijken zij zich zelve, want zij, o zij zijn de echte, de gezonde, de verstandige, de degelijke, de normale broeders: de middelmatigen! - En zij smeuren hun koppen met welbehagen door de modder, hùn element! |
|