beschenen door een stervende, omfloerste maan, in een hotsenden postwagen. Daarna het dorp, de stille woningen in den maannacht, de witte weg die verder baande naar onbekende oorden, en over alles, en alom, de verlatenheid.
Wij waren reeds in het nabij gelegen bos van Fontainebleau, en ik houd van de romantische schoonheid van dit grote woud. Wij dwaalden gedurende een gansen dag door de stille ravijnen, over heuvels vanwaar ge uitgestrekte gedeelten van het woud overziet, door de groene verten en langs eenzame lanen.