uitte zij haar blijdschap niet meer in het Diakonessenhuis te zijn, waar het zo kil en liefdeloos was en men meer de meubelen en den vloer verzorgde dan de zieken! Zij is toch geheel de oude gebleven, de opgewekte geestvolle vrouw, met innige belangstelling voor alles wat haar kinderen betreft, en zij zeide mij haar vreugde dat ook wij het geluk hadden gehad Italië te kunnen bezoeken. Na het middageten, dat wij in de belendende kamer nuttigden, hielp ik haar verbedden. Vreemd was het mij en aandoenlijk, háár op mijn armen te dragen, die mij als kind gedragen had.
Zij verlangt zo verschrikkelijk om te genezen en weer de gezonde sterke vrouw van vroeger te worden. Zij zeide mij haar verbazing al die pijnen en moeiten doorstaan te hebben en hevig heeft zij gevoeld, in bange ogenblikken, hoe ge met onverbreeklijke ketenen aan het leven gebonden zijt, wanneer ge liefhebt. De dood beangstigt haar niet maar het leven heeft zo machtige aantrekking en is zo zoet temidden van hen die u lief zijn. De dokter die haar nu behandelt, meent dat zij genezen kan. Maar het zal lang duren. Moeder heeft moed en geduld en is vol hoop op de komende lente hier buiten wanneer zij in den tuin zal kunnen zitten om weer de verloren krachten te herwinnen. Sinds zij het ziekenhuis verlaten heeft, verplegen mijn vader en jongste zuster haar, in afwachting van de komst ener katholieke ziekenzuster, 'n non, aanstaande week.
Dezen avond vertelde ik moeder uitvoerig over Rome, over het jubileum van den Paus, en hoe ik die stad begreep. Wij spraken natuurlijk ook over het katholicisme, waarvoor ik dikwijls haar mijn grote bewondering geschreven had, en zij was het met mij eens dat het de enige vorm van het Christendom is welke dien verheven godsdienst volkomen tot zijn recht laat komen. - Welk een wondere verwantschap van geest en inzicht voel ik met haar! Eenzelfde verlangen naar diepte leeft in ons. O, hoe wilde ik iets kunnen doen, een daad verrichten waardoor zij weer gezond en verlost werd van haar lijden. Maar ik ben machteloos, ik kan niets.