29 September
Men leeft hier in dit zuidelijk land vlot en gemakkelijk. Voor den noorderling, den barbaar, is het een bedwelming. De wijn, de voortreffelijke Chianti waarin men de vrucht nog naproeft, vonkt in de glazen; de zon straalt uit een blauwsten hemel; welluidend klinkt de taal; de aarde met haar tuinen, haar gelukkige heuvelen, haar schone verre bergen, ligt rond u als een paradijs. - En als een open akker ontvang ik den gouden regen der schoonheid!