Mijn dagboek. Dagboek 1. 1907-1911
(1958)–Pieter van der Meer de Walcheren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
Mijn leven is een altijd wachten op een groot gebeuren, een katastrofe, een heerlijkheid, iets geweldigs van verschrikking of van schoonheid. ‘Ge zijt te onmaatschappelijk’, verwijt iemand mij. Het is waar: ik heb mij nimmer thuis gevoeld in het maatschappelijk leven, ik ken de eerzucht niet, noch het verlangen een plaats van aanzien te bekleden in de zogenaamde samenleving. Ik leef om iets anders, iets hoogs, iets onuitsprekelijk schoons, dat wellicht eenmaal met mij gebeuren zal. Dit wondere gevoel heeft mijn moeder mij gegeven. En datzelfde gevoel brandt ook in Christine. |
|