Woensdag 16 februari
Rauter zou vandaag komen, uit Amsterdam, in gezelschap van enige andere
hoogmogenden, waaronder Neumann, bekend en gehaat als antisemiet in optima
forma. Het kamp rilde en beefde bij voorbaat, nog erger dan bij een bezoek van
Aus der Fünten, de kleine groot-inquisiteur. De autoriteiten hadden opdracht
gegeven alles wat daarvoor in aanmerking kwam, een grote beurt te geven. De
Lagerkommandantur werd extra geschrobd en opgepoetst. De bedden in de
ziekenhuizen werden behoorlijk op de rooilijn gesteld. Op de muur van de
wachtkamer van de Ziekenhuisbibliotheek in barak 6 werd een doek gespannen ter
camouflering van voorstellingen à la ‘Le Rire’, en caricaturen: dr. de Rooy als
hielganger en met de reusachtige duim bulkend uit de zak van zijn overjas, en de
filmartiest Kurt Gerron met het blad ‘Erotik’ uit de zak van zijn overjas
puilend. Het parool werd uitgegeven: alle meisjes en vrouwen tussen de vijftien
en dertig jaar in de woonbarakken blijven. Rauter moest om de tuin worden
geleid: hij mocht niet weten, dat er op Westerbork nog zoveel jong werkvolk zat
< maar moest de indruk krijgen > dat het werk slechts door ouden
van dagen en mannen boven de middelbare leeftijd werd verricht. Hij zou dat
jonge werkvolk hoogstwaarschijnlijk opeisen voor Duitsland, dat de hand legt op
elk valiede jongmens, Jood of Ariër, dat blijft gelijk. Gemmeker houdt het
liever hier voor zijn eigen standje. Zo bedriegen de bedriegers elkaar. De
Portugezen werd aangezegd, vandaag in barak 9 te verschijnen met hun documenten
betreffende hun persoonlijke antecedenten. Het gerucht ging dat zij zich aan een
schedelmeting moesten onderwerpen. Hilariteit in het hele kamp: het wemelt hier
van schedelvormen onder de rasechte Joden met vier onvervalste grootouders. Daar
zaten we vanmorgen te wachten op de komst van de grote heren. Ze hebben ons
laten zitten, zoals dat al zovele keren is voorgekomen. De vrouwen en meisjes
tussen vijftien en dertig mochten de woonbarakken verlaten en naar het werk.
Teleurstelling. Het bezoek van de Portugezen aan barak 9 werd afgelast.
Teleurstelling. De Lagerkommandantur was zinloos schoongeboend. Gisteravond voor
het eerst na lange tijd weer eens echt luchtalarm. Even na tienen, dus even na
het appèl. Krachtig geronk in de lucht. Lange huilstoten van de stoomfluit. De
barakleider was compleet zijn hoofd kwijt. Duitsers raken in zulke gevallen
steevast het hoofd kwijt. ‘Aankleden!’ brulde hij door de < barak
> met zijn sentimentele stem, die altijd op huilen staat. ‘Onzin’, van de
bedden, ‘staat niets van in de Lagerorder.’ ‘Jawel! Aankleden!’ ‘Er staat
alleen, dat we in de barak moeten blijven. Meer niet.’ ‘Es ist nicht so.’ Dus:
aankleden. Ik sta halverwege uitgekleed, het jasje van mijn blauwe pyama
aangeschoten. Ik heb geen trek, mij aan te kleden, alleen maar voor een gril van
de stoomfluit, zonder een spoor van gevaar. Tientallen malen zijn Engelsen en
Amerikanen