Zondag 6 februari
De aap is uit de mouw: al die mooie stempels, die de Zentralstelle te Den Haag en
het Büro des Sicherheitsdienstes te Amsterdam aan bevoorrechten hadden verleend,
zijn teniet gedaan, voor de zieken in hun geheel. Zij die zich gelukkig prezen
in het ziekenhuis te vertoeven en aldus aan het jongste transport naar Zelle
waren ontsnapt, zitten nu in de rats omdat zij naar Auschwitz moeten. De slagen
vallen niet altijd in dezelfde hoek, de veiligheid zit ook niet altijd in
dezelfde hoek. Men moet hier geluk hebben - natuurlijk voor zolang het duurt. De
muizenval heeft vele deurtjes, die men dicht laat of openmaakt naar willekeur.
Als de hoge heren van de Zentralstelle en het Büro van de Sicherheitsdienst de
macht hebben, hun gunsten uit te delen, hebben zij ook de macht deze gunsten in
te trekken; dat is ook een prerogatief van de macht, van de willekeur. De
Calmeyers - zij die pretenderen van Arische afstamming te zijn, de Portugezen in
het bizonder hebben ook een grote klap gehad: Fräulein Slottke heeft
honderdveertig Calmeyers ontsperd, die bij de baard van Mohammed gezworen zouden
hebben, dat zij met hun 10.000-stempel, de beroemde stempel, een onaantastbare
Sperre bezaten en deze ook als zodanig beschouwden: niet verder dan
Midden-Duitsland en met een personentrein, zij het derde klasse. Nu gaan zij
dinsdag, althans voor een groot deel, als vee naar Auschwitz. Zij kunnen hun
lange beduimelde lijsten met hun Ahnengalerie rustig aan het vuur toevertrouwen.
Ook zij zien: wie op het woord, of het gebaar van een nationaal-socialist
vertrouwt, staat op drijfzand, waarin hij wegzinkt. Auschwitz, mijne heren, meer
schiet er voor u niet op over. Zij, en anderen met hen, voelen het transport als
een vies, monsterachtig reptiel naderbijsluipen: hun lach van zelfverzekerdheid
is verstomd, diepe rimpels staan als gekerfde groeven in hun voorhoofden: het
noodlot heeft ook ons getroffen. De heren Duitsers hebben bij de Administratie
van het Ziekenhuis de lijst met zieken, die ontsperd zijn en voor transport
< geschikt > opgevraagd en die teruggezonden met de harde
opdracht: alleen zij mogen geschrapt worden, die op sterven liggen. Dat is er zo
goed als geen. Diepe verslagenheid onder de zieken. Alleen zij die op sterven
liggen! Untransportfähigkeit bestaat dus niet meer. Er moeten er ongeveer
driehonderdvijftig weg, met hun familieleden tezamen zeshonderdvijfenzeventig,
met leden van het ziekenhuispersoneel ruim zevenhonderd. Ook gaan veertig
kinderen uit het Weeshuis mee: onproductieve krachten, die het budget van het