Ros bemerkte dat hij een blunder had begaan en
streelde, om zijn figuur te redden, de Jood over de wang, zeggende: ‘Nou hoor,
ik zal verder wel goed voor je sorregen!’ Dat kan men zich zo voorstellen van
zo'n nobel man. Gisteravond weer de kans gehad om de vlucht te nemen met een
naar Amsterdam terugkerende trein. Doodeenvoudig. Maar ik was op klompen en was
verder totaal onvoorbereid. Ik wil alleen maar zeggen, hoe gemakkelijk het
eigenlijk is, uit het kamp weg te komen. Maar dan verder, dat moet men wel
overdacht hebben. Dat is nog zo eenvoudig niet. De verleiding is groot; het kost
evenveel moeite ze te weerstaan als ze te volgen. Weer eens een lijst
gesprongen: Weinreb. Waarvoor men al enige tijd lang bevreesd was sedert Weinreb
zelf zich zo sceptisch over de waarde van zijn lijst had uitgelaten, Een
groteske comedie: nog eerst een dag < of > wat geleden hadden
velen van de Lagerkommandantur een vriendelijk briefje gekregen: u is
‘endgültig’ op de Weinreb-lijst geplaatst, en waren zij uitgenodigd, op hun
Lagerkaart een dienovereenkomstige aantekening te laten aanbrengen als ‘Sperre’.
Nu een briefje, dat luidt: ‘Laut Entscheidung Lagerkommandantur ist Ihre Weinreb
Sperrung aufgehoben.’ Komedie of niet? Het plechtanker van duizend mensen, die
hadden gehoopt nog te ontkomen aan transport naar Auschwitz, ruw losgeslagen.
Het oude woord bewaarheid: een lijst is er om te ‘platzen’. Is dat een spelletje
van Den Haag geweest en heeft Weinreb het meegespeeld? Waarom, waarvoor? Den
Haag speelt met de Joden als de kat met de muis. Waarom moet Weinreb daaraan
meedoen? Is het wonder, dat men geen vertrouwen stelt noch in de transporten
naar Zelle, noch in die naar Theresienstadt. Dinsdag a.s. gaan weer duizend
mannen, vrouwen en kinderen naar Polen om daar onder de nationaal-socialistische
knoet dwangarbeid te verrichten. De mannen nemen het gelaten op, maar de vrouwen
hebben een onuitsprekelijke angst. Vooral wanneer zij kinderen hebben. ‘Wat
wordt er van mijn kinderen?’ Het bestaan van de kinderen hier hangt al aan een
zijden draad. Het leven van de meeste kinderen is, zowel lichamelijk als
geestelijk, een lijdensweg. Geen ziekte, die hun bespaard blijft: de
ziekenhuizen liggen constant vol, ook nu nog, bij een zo dunne bevolking;
geestelijk een doorlopend proces van verwildering. Nieuwe invasie in mijn barak,
evenals in andere barakken: barak 61 en barak 68 zijn opgeheven. Even verademing
na het jongste transport, direct daarop weer een hoos van mensen, die de
vrijgekomen bedden komen bezetten, met hun bagage de gangetjes blokkeren, de
tafels verontrusten. Wat zijn de meeste mensen ellendig moe van het opgejaagd
worden, wat verwensen zij vaak hun bestaan, wat vervloeken zij vaak hun
medemensen, die geen mededogen kennen, geen égards, geen fatsoen, en het leven
onderling, dat al zo zwaar te dragen