met een paar woorden van de roverhoofdman Pisk: ‘Meine Herrschaften, heute
abend war es das letze Mal.’ Onder geneurie van: ‘Wij gaan nog niet naar huis,
nog lang niet, nog lang niet,’ naar de barak terug. Opgewacht door een
barakleider, bezig sigaretten in te zamelen voor de man, die in de gevangenis is
opgesloten en ervan wordt verdacht, van de ontvluchting af te weten.
Medelijdende zielen tasten in hun zak, maar communis opinio < is >
dat hij de gevangenis heeft verdiend: ‘Had hij maar niet < zo >
stom moeten zijn, zijn bek open te doen.’ Plotseling een relletje, een arts
brult: ‘Het is een schandaal, sigaretten in te zamelen. Op die manier draaien we
ons toch nog de strop am de hals.’ ‘Ik doe wat ik wil!’ ‘Ik verbied het u. U
geeft de sigaretten terug!’ ‘Ik geef niets terug!’ ‘Ik stel u verantwoordelijk
< voor > wat er met de barak gebeurt.’ Volkomen stilzwijgen bij de
omstanders, die in deze delicate zaak blijkbaar geen oordeel hebben. Het
relletje luwt: de barakleider verliest de moed, voor zijn vriend verder te
bedelen. Hij geeft de sigaretten aan de gevers terug. Als overwinnaars, die pas
een grote aanval hebben afgeslagen, klauteren wij op onze nesten. Alle bewoners
van mijn barak 71 op kleerluis onderzocht in het Quarantainestation. Als eendjes
achter elkaar. Buiten, in de gang, het bovenlijf ontkleden. Binnen onderzoek van
hoofdhaar met de loupe; van het hemd, van de schaamharen. Negatief resultaat;
alles in orde. Verbazingwekkend voor een barak, waar de mannen dichtopeengepakt,
met hun vodden dicht om zich heen, zonder behoorlijke schoonmaak, verblijven.
Opening schaakcompetitie. Dertig deelnemers. Voordracht gehouden over Palestina
in het huis van Korman.